kans op het uitbreken van brand het grootst is (behalve de te vermijden plaatsen, zie hieronder).
In de woonkamer is de kans het grootst dat er 's nachts brand uitbreekt, gevolgd door de keuken
en de eetkamer. Overweeg ook om een rookmelder te plaatsen in slaapkamers waar brand kan
uitbreken door bijvoorbeeld een elektrisch apparaat zoals een elektrische deken of verwarming, of
waar iemand slaapt die rookt. U kunt ook overwegen om een rookmelder te plaatsen in de kamer
van iemand die niet goed op een uitbrekende brand in de kamer kan reageren, zoals een oudere,
een zieke of een zeer jong kind.
De hoorbaarheid van het alarm controleren
Controleer als de rookmelders op de beoogde plaats afgaan of het alarm in elke slaapkamer te
horen is met de deur dicht, boven het geluid van eventuele tv's of audiosystemen uit. Stel de tv's en
audiosystemen hierbij in op een redelijk luide weergave van gesproken tekst. Indien u het alarm niet
boven het geluid van de tv of het audiosysteem uit kunt horen, bestaat de kans dat u er niet wakker
van wordt. Door de rookmelders met een of meer Visit-ontvangers te verbinden, kunt u ervoor
zorgen dat het alarm in de hele woning wordt opgemerkt.
Plaatsbepaling
Op een plafond
Warme rook stijgt op en verspreidt zich, dus de aanbevolen plaats is in het midden van een pla-
fond. De lucht is 'dood' en beweegt niet naar de hoeken. Daarom moeten rookmelders niet bij een
hoek worden opgehangen. Plaats de eenheid op ten minste 0,5 m afstand van een verlichtingsar-
matuur of voorwerp waardoor de rook mogelijk niet in de rookmelder
kan komen. Houd ten minste 0,5 m afstand van muren en hoeken (zie
Op een schuin plafond
Installeer uw rookmelder in ruimtes met een schuin of puntig plafond op 0,90 m afstand van het
hoogste punt, horizontaal gemeten, omdat 'dode lucht' in de nok ervoor kan
zorgen dat de rook niet bij de eenheid komt (zie
Te vermijden plaatsen
Plaats uw rookmelder niet op een van de volgende plaatsen:
badkamers, keuken, doucheruimtes,
garages of andere kamers waar de rook-
melder af kan gaan door stoom, condens,
normale rook of damp.
174
Afbeelding
4).
Afbeelding
5).
zolders (ongeïsoleerd) of andere
plaatsen waar extreme temperaturen
kunnen voorkomen (lager dan 4 °C of
hoger dan 40 °C).
Ideaal in het midden van het plafond
Ruimtes met dode lucht
Nooit binnen 0,5 m
van een hoek
Afbeelding 4
dicht bij een siervoorwerp, deur,
verlichtingsarmatuur, raamkozijn enz.
waardoor de rook mogelijk niet in de
rookmelder kan komen.
oppervlakken die normaal warmer
of kouder zijn dan de rest van de
kamer (zolderluiken, ongeïsoleerde
buitenmuren enz.). Door de
temperatuurverschillen bereikt de rook
de eenheid mogelijk niet.
naast of direct boven een verwarming of
airconditioning, raam, ventilatieopening
enz. waardoor de richting van de
luchtstroom kan veranderen.
erg hoge of onhandige ruimtes waar de
rookmelder moeilijk te bereiken is om
deze te testen of de batterij te vervangen.
Nok
0.9 m
3'
Afbeelding 5
op minder dan 1,5 m afstand van tl-
armaturen, omdat elektrische 'ruis' en/
of flikkerend licht van invloed kan zijn
op de eenheid.
in de buurt van zeer stoffige of vuile
ruimtes, omdat de eenheid door
ophoping van stof in de kamer te
gevoelig kan worden en kan afgaan.
Hierdoor kan ook het insectengaas
geblokkeerd worden en worden belet dat
rook de kamer binnenkomt.
ruimtes waar veel insecten zijn. Doordat
kleine insecten de kamer binnengaan,
kan het alarm met tussenpozen afgaan.
NL
175