Besturing bedienings- en weergave-elementen (zie afb. 9)
1
AAN / UIT toets
2
Toets
3
Toets
4
Controlelamp groen
5
Controlelamp rood
6
Numerieke waardeweergave
7
Vermogensweergave
1
AAN / UIT toets
Door drukken op de toets
schakelt u de pomp AAN, de controle-
lamp brandt groen. Door verder drukken op de toets
u de pomp UIT, de controlelampen groen en rood branden niet.
2
Toets
Door kort op de knop te drukken wordt het vermogen in kleine stappen verlaagd.
Door lang op de knop te drukken, wordt het vermogen snel doorlopend verlaagd.
3
Toets
Door kort op de knop te drukken wordt het vermogen in kleine stappen verhoogd.
Door lang op de knop te drukken, wordt het vermogen snel doorlopend verhoogd.
4
Controlelamp groen
Pomp is in bedrijf
5
Controlelamp rood
Geeft een storing aan
6
Numerieke waardeweergave
Geeft het ingestelde pompvermogen aan. Deze brandt ook, wanneer de pomp
met drukknop
werd uitgeschakeld.
7
Vermogensweergave
In de basisinstelling wordt het pompvermogen in % weergegeven.
Daarbij brandt de punt achter het linker cijfer van de waardeweergave.
Op de afbeelding hiernaast wordt dus 100 % weergegeven.
Het pompvermogen kan van 10% tot 100% worden geregeld.
Voor het weergeven van het pompvermogen in watt (W) tegelijkertijd de
toetsen
en
3 seconden lang indrukken. Daarbij brandt de punt achter
het middelste cijfer van de waardeweergave.
Op de afbeelding hiernaast wordt dus 172 W weergegeven.
De weergave van het pompvermogen in watt (W) gebeurt gedurende
ca. 10 seconden en wordt automatisch op de weergave in % teruggezet.
Voor het vergrendelen (kinderbeveiliging) van de bedieningselementen drukt u
de toets
3 seconden lang in. Daarbij brandt de punt achter het rechter cijfer
van de waardeweergave. Hierdoor wordt ook het ingestelde pompvermogen vastgezet.
Bediening en functies
- Sluit de pomp aan op de stroomvoorziening door de netstekker in het stopcontact te steken.
- Bij de eerste inbedrijfstelling schakelt u de pomp, in fabrieksinstelling 100% (180 W), door
drukken op de toets in. Daarbij brengt de „soft-start"-functie de pomp in enkele seconden
op vermogen.
- Stel het gewenste pompvermogen volgens de beschrijving, besturing, bedienings- en
weergave-elementen met
de
toetsen in.
- Wanneer u de pomp in het gewenste vermogensniveau heeft ingesteld en door indrukken van de
toets
voor 3 seconden heeft vergrendeld, loopt de pomp bij elke start door drukken op de toets
op dit startvermogen.
- Wanneer de externe stroomvoorziening naar de pomp wordt onderbroken en de pomp stopt, start de
pomp bij herstelling van de stroomvoorziening weer met het laatste ingestelde vermogensniveau.
- „Boost-functie"
Door gelijktijdig indrukken
gedurende 3 seconden, wordt de boost-functie geactiveerd.
Daarbij wordt de capaciteit van de pomp gedurende 1 minuut naar 130% verhoogd.
Op deze manier kunnen alle filters of leidingen worden doorgespoeld zonder demontage.
10
4
5
3
2
6
7
1
schakelt
Inbedrijfstelling (zie afb. 1 - 4)
Belangrijk! De pomp mag niet „droog" lopen. Beschadigingen aan het apparaat zijn dan niet
uitgesloten.
- Dompel de pomp volledig onder in uw vijver. Daarbij dringt water in het pomplichaam.
- Voor onderwatergebruik is een waterniveau van minstens 25 cm vereist, zodat de pomp geen lucht
aanzuigt.
- De pomp mag alleen worden gebruikt bij een dompeldiepte tot max. 2 m!
- De watertemperatuur mag de 35°C niet overschrijden.
- De pomp moet tegen vorst worden beschermd.
- Om onnodige vervuiling te voorkomen, stelt u de pomp boven eventuele slibafzettingen stevig en
horizontaal (stenen plaat) in uw vijver op!
- U kunt toebehoren aansluiten op de schroefdraadverbindingen.
- Als aanzuigbescherming in helder water kiest u een aanzuigkorf art.-nr. 168 / 006180 Q-Tec of
art.-nr. 168 / 006181 P-Tec uit ons toebehorenassortiment.
- Sluit de pomp aan op de regelaar door middel van de kabelaansluiting en schroef deze stevig vast.
- Voor de regelaaraansluiting en voor de kabelstekkeraansluiting wordt een afsluitkap meegeleverd.
Zo kunt u ze tegen vuil beveiligen, bijvoorbeeld voor opslag in de winter of om de kabels door lege
buizen te voeren.
- Afhankelijk van de toepassing kan de drukopening naar boven, beneden of opzij worden gemonteerd!
Draai daartoe de inbusschroeven (6) los en draai het pomphuis (5) in de gewenste stand.
- Voor geschikte fonteinsproeiers verwijzen wij u naar ons toebehorenassortiment.
„Droge opstelling" (zie afb. 3 + 4)
U kunt de pomp buiten het water gebruiken:
- Plaats de pomp onder het wateroppervlak naast de vijver, zodat het water van de pomp kan toestromen
(niet zelfaanzuigend).
- Zuigslang (S) en drukslang (D) waterdicht aan de pomp monteren.
- Zuigslang en pomp moeten vóór het inschakelen met water worden gevuld.
- TIP! Om de pomp tegen vuil te beschermen, voorziet u de zuigslang van een aanzuigkorf
art.-nr. 168 / 006180 Q-Tec of art.-nr. 168 / 006181 P-Tec uit ons toebehorenassortiment.
Overbelastingbescherming
De ingebouwde temperatuurbeveiliging schakelt de pomp bij oververhitting uit en de controlelamp brandt
rood.
De pomp moet afkoelen.
Een ongecontroleerd opnieuw inschakelen na afkoeling is uitgesloten.
Controleer de gebruiksomstandigheden:
- Is er voldoende water aanwezig?
- Is de filter verstopt?
- Bevindt zich vuil in het pomphuis (reiniging volgens de handleiding)?
- Zijn slangen of mondstukken verstopt?
- Is de pomp afgekoeld?
Wanneer u de problemen heeft opgelost, verwijdert u de foutmelding door tegelijkertijd 3 seconden lang op
de
en
toetsen te drukken en de pomp opnieuw te starten, de controlelamp brandt groen.
Pomp geblokkeerd, verstopt of defect (zie afb. 5 + 9)
Bij deze problemen wordt de pomp uitgeschakeld en de controlelamp brandt rood.
Ongecontroleerd opnieuw inschakelen is uitgesloten.
Controleer de gebruiksomstandigheden:
- Is de pomp verstopt en bevindt zich vuil in het pomphuis (5) of bij de loopunit (3)?
- Is de pomp verkalkt?
- Zijn slangen of mondstukken verstopt?
Reiniging volgens de handleiding.
Wanneer u de problemen heeft opgelost, verwijdert u de foutmelding door tegelijkertijd 3 seconden lang op
de
en
toetsen te drukken en de pomp opnieuw te starten, de controlelamp brandt groen.
Demonteren (zie afb. 5)
1.
Veiligheidsmaatregelen in acht nemen. Pomp van stroomnet loskoppelen!
2.
Draai de 4 inbusbouten (6) los.
3.
Trek pomphuis (5) en motorhuis (1) uit elkaar.
4.
Verwijder de loopunit (3) uit het motorhuis (1). Let daarbij op de O-ring (7) op het motorhuis (1).
5.
Reinig alle onderdelen met schoon water en een zachte spons. Aanwijzing: bij sterke
verkalking gelieve de Messner pompreiniger art.-nr. 168 / 009115 te gebruiken.
11