BizLine BIZ 780 311 Manual De Instrucciones página 17

Figuur 2 beschrijft gedetailleerd het lcd-paneel.
1. Indicatie van stille modus;
2. Indicatie van modus VASTHOUDEN;
3. Indicatie van batterij met lage spanning;
4. Spanningsmeting;
5. Frequentiemeting;
6. Meting van gelijkspanning;
7. Meting van wisselspanning;
8. Spanningsindicatie (lcd-segmentcode);
9. Indicatie van hoge spanning;
10. Indicatie van de continuïteit;
11. ALS-indicatie;
12. Indicatie van roterende fase
2. Bedieningsinstructies en gebruiksomvang van de tester
Spannings- en continuïteitstester. Het apparaat heeft functies zoals wissel-/gelijkspanningsmeting
(inclusief driefasige wisselspanning), fase-indicatie van driefasige wisselspanning, frequentiemeting, ALS-
test, continuïteitstest, eenmalig testen van testpennen, de eenvoudige test indien geen batterijvoeding,
zelfcontrole, keuze voor stille modus, overspanningsindicatie en indicatie van batterij met lage spanning.
Daarnaast zorgt de aan de testpen bevestigde zaklamp ervoor dat het apparaat gemakkelijk kan worden
gebruikt in een donkere omgeving.
Om de tester, en vooral de gebruiker van de tester, te beschermen, is de tester uitgerust met een
beschermend omhulsel. De tester moet na gebruik in het beschermende omhulsel en bij voorkeur in een
gereedschapskoffer worden geplaatst, om te voorkomen dat het apparaat wordt beschadigd. Stop de tester
nooit in uw zak.
De tester kan worden gebruikt bij verschillende gelegenheden, zoals in het huishouden, in de fabriek, in de
elektriciteitsafdeling, enz. Het apparaat heeft de volgende kenmerken:
1. Om lichamelijke letsels te voorkomen, is de tester uitgerust met een beschermend omhulsel;
2. Lcd-scherm voor spanning en frequentie;
3. Wissel-/gelijkspanning gemeten tot 690 V;
4. Om de nulleiding of de stroomdraad te controleren door middel van een eenmalige testpenmeting;
5. Continuïteitsmeting;
6. De fasebetrekkingen van driefasige wisselspanning aanwijzen;
7. Zowel de zoemmodus als de stille modus zijn optioneel;
8. Verlichtingsfunctie;
9. Zelfcontrolefunctie;
10. Indicatie van lage batterijspanning en indicatie van gemeten spanning boven bereik;
11. ALS-test;
12. Automatische stand-by.
3. Veiligheidsmaatregelen
• Besteed bijzondere aandacht aan het volgende om lichamelijke letsels, elektrische schokken of brand te
voorkomen:
• Voordat u een spanningsdetector met een akoestische indicator gebruikt op locaties met een hoog
achtergrondgeluidsniveau, moet u vaststellen of het geluidssignaal hoorbaar is.
• De spanningsdetectoren zijn ontworpen om te worden gebruikt door gekwalificeerde mensen en in
overeenstemming met veilige werkmethoden.
• De verschillende indicatiesignalen van de spanningsdetector (inclusief de ELS-limietindicatie) mogen niet
worden gebruikt voor meetdoeleinden.
• Vergewis u er vóór de test van dat zowel de testpen als het testinstrument intact zijn;
• Wanneer u de testpen zonder afdekdoppen gebruikt, mag de meting niet boven meetcategorie CAT II
worden uitgevoerd.
• Wanneer de meting in meetcategorie CAT III 690 V of CAT IV 600 V wordt uitgevoerd, moet de afdekdop
op de testpen worden geduwd om onvoorziene kortsluitingen tijdens de meting te vermijden.
Figuur 2
NL
17