Triton BRA 200 Instrucciones De Funcionamiento página 11

afb. 2. (Als de afschuininggeleider niet in gebruik is, kan
de brug in de gleuf aan de bovenkant van het werkpaneel
worden opgeborgen.)
Draai de vier verzonken schroeven in de basisplaat van
het werkpaneel los en plaats de voor randsteun ongeveer
5 mm voor het zaagblad. Plaats de achter randsteun
zodanig dat het kleinere deel tussen het zaagblad en de
boven afschermingsteun past. Wijzig zo nodig de positie
en draai de schroeven vast om de steunen vast te zetten.
Schuif de afschuininggeleider in (nog steeds ingesteld op
90°) tot dat het zaagblad wordt geraakt, zowel voor als
achter. Controleer of de schaallezingen op de volgarmen
aan de voor- en achterkant hetzelfde zijn, d.w.z. dat de
geleider precies parallel staat aan het zaagblad en aan
de tafel van het werkcenter. De uitlezingen hoeven niet
"0" te zijn, maar ze moeten wel ongeveer gelijk zijn. Een
afwijking van 1 mm is acceptabel.
Als het verschil meer is dan 1 mm, draai dan het zaagblad
een beetje en probeer het nogmaals. Als het zaagblad niet
helemaal plat is kan dit een aanzienlijke afwijking in de
schaaluitlezingen tot gevolg hebben.
BEDIENING
Aanrader: Het is een goed idee om schuine zaagsneden
op afvalmateriaal uit te proberen.
Ga aan de linkerkant van het werkcenter staan, houd
het werkstuk stevig op de voor randsteun en tegen het
werkpaneel. Terwijl de achterkant van het werkstuk de
voor randsteun verlaat, moet u vermijden dat het omlaag
tegen het zaagblad zakt omdat dit een kleine afwijking
in de zaagsnede veroorzaakt. Dit is vooral te merken
bij kortere stukken omdat er minder contact is met de
randsteunen.
Oefen met afvalmateriaal om te zien wat de beste positie
voor uw handen is, en wat de beste manier om het
werkstuk aangedrukt te houden zonder die 'duik' aan het
eind. Begin met op grotere stukken te oefenen en probeer
om het oppervlak van het werkpaneel (of de bovenkant
van een van de groeven in het paneel) als vingersteun te
gebruiken om u bij het zagen te helpen bij het beheersen
van het werkstuk.
Gebruik bij voorkeur de met schuurpapier afgewerkte
latjes in afb. 5, of de hoekmeter, afb. 4, voor extra steun.
N.B.: voor een perfecte schuine zaagsnede moet het
werkstuk al een perfect rechte rand hebben.
1. Brede werkstukken (afb. 3)
De maximale breedte die kan
worden verwerkt, hangt af van
de vaardigheid en ervaring van
de bediener. Als algemene regel
kunnen werkstukken met een
breedte tot 600 mm goed worden
verwerkt. Voor grotere maten
behoeft u assistentie.
Controleer of de afwijking wellicht het gevolg is van
een kleine zijwaartse speling aan de achterkant van
het zaagblad en controleer of de zaag juist op het
schuifchassis is gemonteerd.
Over opslag: de volgarmen moeten op 90° worden gezet
zodat de kwadranten voor opslag achter het hoofdpaneel
kunnen worden geklapt.
• Bij de meeste hoekinstellingen kan met de
bovenafscherming op zijn plaats worden gezaagd. Als
de afscherming voor een bepaalde bewerking moet
worden verwijderd, moet u uiterst voorzichtig zijn.
Breng de bovenafscherming weer aan voordat u verder
gaat met andere bewerkingen.
• Houd uw vingers uit de buurt van het zaagblad en druk
het werkstuk nooit met de vingers dichtbij het zaagblad
aan.
• Wees voorzichtig bij het hanteren van werkstukken en
afvalhout, aangezien schuine zaagsneden zeer scherpe
randen kunnen hebben.
2. Lange werkstukken
Bij schuine zaagsneden in lange werkstukken gebruikt u
een Triton Multi-Stand om het werkstuk bij het aan- en
afvoeren te ondersteunen, of vraag iemand om u te
helpen.
3. Smalle werkstukken (afb. 4)
De hoekmeter van het werkcenter
kan in de gleuf langs de
bovenkant van het werkpaneel
(A) worden gestopt en kan als
extra geleider en steun worden
gebruikt bij het zagen van schuine
sneden in smalle werkstukken.
De hoekmeter moet soepel en zonder zijwaartse speling
over de volledige lengte van de gleuf glijden. Als dit niet
zo is, draai de kruiskopschroeven dan los en verander
de breedte van de gleuf totdat de schuifstrook van de
hoekmeter goed past, en draai ze dan weer aan.
De gleuf kan zo nodig met RP7 of WD40 of equivalent
smeermiddel worden bespoten, zodat de hoekmeter beter
heen en weer glijdt.
4. Lastige werkstukken (afb. 5 en 6)
Bij schuine zaagsneden in korte
werkstukken of stukken met een
Afb.3
lastige vorm moet een 12 mm
latje worden gemaakt dat vlak
ligt in de uitsparing langs het
werkpaneel. Met schuurpapier
bevestigd op het latje is de grip
beter en geeft het betere steun
Samenstelling / Bediening
Afb.4
NL
Afb.5
11