Luchtfilter
Een luchtfilter dat lange tijd is gebruikt, kan niet volledig
worden gereinigd. Vervang het luchtfilter regelmatig.
Let op: Vervang een beschadigd luchtfilter altijd.
Papierfilter reinigen
1. Verwijder het luchtfilterdeksel en verwijder het
papierfilter.
2. Tik het filter tegen een vlakke ondergrond om de
deeltjes te verwijderen.
OPGELET: Gebruik geen oplosmiddel of
perslucht om het papierfilter te reinigen.
3. Zet het luchtfilter terug. Controleer of het luchtfilter
de luchtfilterhouder volledig afsluit.
4. Zet het luchtfilterdeksel terug.
Kunststof schuimfilter reinigen
1. Verwijder het luchtfilterdeksel en verwijder het
kunststof schuimfilter.
2. Reinig het kunststof schuimfilter met water en zeep.
3. Spoel het kunststof schuimfilter af in schoon water.
4. Knijp het water uit het kunststof schuimfilter en laat
het drogen.
OPGELET: Gebruik geen perslucht. Dit
kan het kunststof schuimfilter
beschadigen.
5. Smeer het kunststof schuimfilter met motorolie.
6. Duw een schone doek tegen het kunststof
schuimfilter om overtollige olie te verwijderen.
7. Zet het luchtfilter terug. Controleer of het luchtfilter
de luchtfilterhouder volledig afsluit.
8. Zet het luchtfilterdeksel terug.
Bougie controleren
OPGELET: Gebruik altijd het juiste
bougietype. Een verkeerd type bougie kan
schade aan het product veroorzaken.
Transport en opslag
•
Verwijder de accu uit het product voordat u het
opslaat.
•
Controleer voor opslag en vervoer van het product
en de brandstof of er geen lekken of dampen zijn.
Vonken of open vuur, bijvoorbeeld van elektrische
apparaten of ketels, kunnen tot brand leiden.
188
Vervoer, opslag en verwerking
•
Controleer de bougie als de motor weinig vermogen
heeft, niet gemakkelijk te starten is of stationair niet
goed draait.
•
Volg deze instructies om het risico van ongewenst
materiaal op de elektroden van de bougie te
beperken:
a) Zorg ervoor dat het stationair toerental altijd juist
is afgesteld.
b) Zorg dat het brandstofmengsel correct is.
c) Zorg dat het luchtfilter schoon is.
•
Maak de bougie schoon als deze vuil is en
controleer of de afstand tussen de elektroden correct
Technische gegevens op pagina 189 . (Fig. 33)
is, zie
•
Vervang de bougie indien nodig.
Brandstofsysteem controleren
•
Controleer de brandstoftankdop en de afdichting van
de brandstoftankdop om te zien of er geen schade
is.
•
Controleer de brandstofslang om te controleren of er
geen lekken zijn. Als de brandstofslang beschadigd
is, laat deze dan door een servicemonteur
vervangen.
Koppelingskabel afstellen
Als de aandrijving traag lijkt, moet de koppelingskabel
worden afgesteld.
1. Draai de stelschroef linksom om de rijsnelheid te
verhogen.
Let op: Als de aandrijving is ingeschakeld terwijl u
niet aan de aandrijfhendel trekt, moet u de
koppelingskabel verlengen.
2. Voor het verlengen van de koppelingskabel en het
verlagen van de rijsnelheid draait u de afstelschroef
rechtsom. (Fig. 34)
Als de aandrijving ook na de afstelling traag lijkt, laat
dan de aandrijfriem vervangen door een erkende
servicemonteur.
•
Gebruik altijd goedgekeurde containers voor opslag
en transport van brandstof.
•
Leeg de brandstoftank voordat u het product voor
langere tijd opslaat. De brandstof via een geschikte
verwijderinglocatie afvoeren
•
Neem de bijzondere voorschriften op de verpakking
en labels voor commercieel transport in acht. Dit
geldt ook voor derden en expediteurs.
871 - 003 - 29.10.2018