Controleer alvorens het apparaat aan te slui-
ten of:
• De aansluitspanning overeenkomt met de
waarde op het typeplaatje.
• Het stopcontact en de voeding geschikt
zijn voor het apparaat.
• De stekker aan de kabel in het stopcontact
past.
Laat de elektrische installatie door een
G
erkende expert controleren als u niet
zeker weet of alles in orde is.
• Dek luchtinlaten en -uitlaten nooit af.
• Steek geen voorwerpen in de openingen
van het apparaat.
• Laat het apparaat nooit in contact komen
met water. Sproei nooit water over het ap-
paraat en dompel het niet in water onder,
anders kan er kortsluiting ontstaan.
• Trek de stekker altijd uit het stopcontact
voordat u het apparaat gaat schoonma-
ken of voordat u het apparaat of een on-
derdeel van het apparaat gaat vervangen.
• Trek altijd de stekker uit het stopcontact
alvorens onderhoud te plegen aan de ka-
chel.
• Trek de stekker altijd uit het stopcontact
als het apparaat niet in gebruik is.
• Wijzigingen aanbrengen aan het apparaat
is niet toegestaan. Hierdoor kunnen le-
vensgevaarlijke situaties ontstaan. Tevens
vervalt hierdoor de garantie.
• Berg de installatie- en de gebruikshandlei-
ding goed op.
• Handel in noodgevallen altijd volgens de
aanwijzingen van de brandweer.
1
142
2. HOE TE HANDELEN BIJ EEN NOODSITUATIE OF EEN
SCHOORSTEENBRAND
1.
Schakel de kachel direct uit door de stekker uit het stopcontact te nemen.
2.
Doof het vuur in de kachel met een CO
2
vorming in de ruimte te minimaliseren. Gebruik nooit water om de brand te
blussen.
3.
In geval van een schoorsteenbrand: Sluit de smoorklep (raadpleeg de plaat-
selijke / nationale regels, voorschriften, verordeningen en normen of een
smoorklep is toegestaan) of dicht de schoorsteen met een natte doek.
LET OP: de schoorsteen kan zeer heet zijn. Draag bij het afdichten altijd
hittebestendige handschoenen.
4.
Waarschuw direct de brandweer.
5.
Ventileer de ruimte door het openen van alle ramen en deuren in verband
met mogelijke vorming van koolmonoxide.
3. EERSTE INGEBRUIKNAME
De eerste ingebruikname moet worden uitgevoerd door een erkend Qlima ser-
vice technicus. De kachel moet bij de eerste ingebruikname worden ingeregeld zo-
dat een juiste lucht/brandstof-verhouding op elk van de vijf verbrandingsniveaus
wordt verkregen. De juiste verhouding is sterk afhankelijk van het gemonteerde
rookkanaal en kan enkel ingeregeld worden na het installeren van de kachel. Een
verkeerde lucht/brandstof-verhouding kan ernstige schade aan de kachel veroor-
zaken. Tevens zal het brandstofverbruik toenemen.
Wijzig nooit zelf de service-parameters in het servicemenu. Dit kan
G
ernstige schade aan de kachel veroorzaken, waardoor de garantie komt
te vervallen. Het inregelen van de kachel mag uitsluitend door een
Qlima erkend service technicus uitgevoerd worden.
3.1
WERKZAAMHEDEN VOOR EN TIJDENS DE EERSTE OPSTART
Na nieuwbouw of een verbouwing: laat het gebouw goed drogen
G
alvorens de kachel de eerste keer te gebruiken. Het is bekend dat
muren, plafonds en/of vloeren veel tijd nodig hebben om helemaal te
drogen. Roet, asdeeltjes etc. kunnen zich gemakkelijk aan niet helemaal
gedroogde muren hechten.
1.
Controleer of de kachel is geïnstalleerd conform de installatiehandleiding.
2.
Verwijder alle elementen, zoals handleiding, kachelgereedschap etc. van en
uit de kachel voordat deze in gebruik genomen wordt.
3.
Vul de pellettrechter met pellets. Zie hoofdstuk 5 "De pellettrechter vullen
blusser, zand, soda of zout om rook-
1
143