Hoofdstuk
03
Aansluitingen
Het stroomsnoer aansluiten (1)
Opmerking
Afhankelijk van het soort voertuig, kan de
functie van *3 en *5 afwijken. Sluit in dit geval
*2 op *5 en *4 op *3 aan.
*3
*5
Dopje (*1)
Wanneer dit aansluitpunt niet
wordt gebruikt, verwijder het
dopje dan niet.
Geel (*3)
Ondersteuning
(of accessoire)
Rood (*5)
Accessoire
(of ondersteuning)
ISO-stekker
Geel/zwart
Indien het voertuig een onderdrukkingssignaal naar deze
terminal kan sturen, dan kan de onderdrukkingsfunctie
op dit navigatiesysteem worden geactiveerd wanneer de
terminal op *8 is aangesloten.
Opmerking
In sommige voertuigen bestaat de ISO-stekker uit twee
aansluitingen, zorg ervoor dat met beide verbinding
wordt gemaakt.
150
Nl
*1
*2
*4
Geel (*2)
Naar het aansluitpunt, staat altijd onder
stroom, onafhankelijk van de stand van
het contactslot.
Rood (*4)
Naar het elektrische aansluitpunt,
bestuurd door het contactslot (12 V DC)
AAN/UIT.
Oranje/wit
Naar de aansluiting van de lichtschakelaar.
Zwart (aarding)
Naar de (metalen) carrosserie
van het voertuig.
Opmerkingen
· Wanneer een subwoofer (*9) op dit
navigatiesysteem is aangesloten in plaats van een
achterluidspreker, moet u de
achteruitgang-instelling veranderen in de
Begininstellingen. (Zie de
"Bedieningshandleiding".) De subwoofer-uitgang
van dit navigatiesysteem is monaural.
· Bij het gebruik van een subwoofer van 70 W (2 Ω)
moet u ervoor zorgen dat deze wordt aangesloten
op de paarse en paars/zwarte draden van dit
navigatiesysteem. Sluit niets aan op de groene en
groen/zwarte draden.
Zorg ervoor dat de draden
die op elkaar worden
aangesloten dezelfde
kleur hebben.
Luidsprekerdraden
linksvoor
Wit:
linksvoor
Wit/zwart:
rechtsvoor
Grijs:
Grijs/zwart: rechtsvoor
linksachter
Groen:
Groen/zwart: linksachter of subwoofer (*9)
rechtsachter of subwoofer (*9)
Paars:
Paars/zwart: rechtsachter of subwoofer (*9)
(*9)
of subwoofer