Start de blazer enkel volgens de instructies. Probeer nooit om de motor
●
op een andere manier te starten (6).
Gebruik de blazer en de bijgeleverde gereedschappen alleen voor de
●
specifiek aangegeven doeleinden.
Start de motor van de blazer pas wanneer het apparaat volledig is
●
gemonteerd. Het gebruik van dit apparaat is alleen toegestaan wanneer
alle vereiste toebehoren er op zijn gemonteerd.
De motor moet direct worden uitgeschakeld, indien zich hier problemen
●
mee voordoen.
Wanneer u werkt met de blazer, moet u altijd uw vingers stevig rond
●
de handgreep houden, met de bedieningshendel tussen uw duim en
wijsvinger. Houd uw hand in deze positie zodat u de machine voortdurend
goed onder controle kunt houden. Zorg ervoor dat uw bedieningshendel
in goede staat verkeert en vrij blijft van vocht, vuil, olie en vet.
Zorg er altijd voor dat u zelf veilig en stevig staat.
Draag de bladblazer tijdens het werk altijd evenwichtig op beide
●
schouders. Draag de bladblazer niet aan één enkele schouderband.
Anders zou u een blessure kunnen oplopen.
Werk met de blazer steeds in een zodanige stand dat u geen uitlaatgassen
●
inademt. Laat nooit de motor van het apparaat draaien in een afgesloten
ruimte (gevaar voor verstikking en gasvergiftiging). Koolmonoxide is een
geur- en kleurloos gas.
Zorg altijd voor voldoende ventilatie.
Schakel de motor altijd uit wanneer u even uitrust of wanneer u de blazer
●
onbeheerd achterlaat.
Berg het apparaat op in een veilige plaats om te voorkomen dat er
schade aan ontstaat, dat het gevaar voor anderen kan opleveren of licht
ontvlambare stoffen kan doen ontbranden.
Leg een warmgelopen bladblazer nooit neer in droog gras of andere
●
brandbare materialen.
Tijdens het werken moeten alle bij het apparaat geleverde
●
veiligheidsonderdelen en -voorzieningen er op worden gebruikt.
Werk nooit met een defecte of verstopte uitlaat.
●
Schakel de motor uit voor vervoer van het apparaat (7).
●
Zorg dat de blazer tijdens vervoer in een auto of vrachtwagen stabiel is
●
neergezet, om brandstoflekkage te voorkomen.
Voor transport van de blazer dient u te zorgen dat de brandstoftank
●
helemaal leeg is.
Draag de bladblazer aan de draagbeugel. Sleep de bladblazer niet mee
●
aan het mondstuk, de blaaspijp of andere onderdelen.
Voor het optillen van de bladblazer dient u de knieën te buigen en
●
voorzichtig te zijn dat u uw rug niet overbelast.
Tanken
Schakel de motor uit voor het bijtanken (7), houd de machine weg bij
●
open vuur (8) en rook beslist niet.
Voorkom huidcontact met benzine. Adem geen benzinedampen in.
●
Draag altijd beschermende handschoenen bij het tanken. Verwissel
regelmatig uw beschermende kleding en reinig die ook regelmatig.
Vermijd het morsen van benzine of olie om vervuiling van de grond te
●
voorkomen (ter bescherming van het milieu). Veeg gemorste benzine
direct af en maak de bladblazer goed schoon. Laat natte lappen opdrogen
voordat u ze wegwerpt in een goed sluitende afvalbak, om het gevaar
van spontane ontbranding te voorkomen.
Zorg dat u geen benzine op uw kleding morst. Verkleed u onmiddellijk als
●
er benzine op uw kleding is gemorst (vanwege brandgevaar).
Controleer regelmatig de benzinetankdop op lekkage en let op dat de
●
dop goed afsluit.
Draai de borgschroef van de benzinetankdop stevig vast. Start de motor
●
altijd op een andere plaats (tenminste 3 meter verwijderd) dan waar u
hebt bijgetankt (9).
Tank nooit bij in een afgesloten ruimte. Benzinedampen vormen zeer
●
brandbare gassen op grondniveau (explosiegevaar).
Vervoer en bewaar benzine uitsluitend in goedgekeurde jerrycans. Zorg
●
dat uw brandstofvoorraad niet toegankelijk is voor kinderen.
Tank nooit een hete of nog draaiende motor bij.
●
(6)
Ruststand
●
Vervoer
●
Tanken
●
Onderhoud
●
Vervanging toebehoren
●
(7)
(8)
(9)
84
3 meter