Potentiaalvereffening
a
b
c
d
Solderen en soldeerruimen
Voer de soldeerwerkzaamheden conform de gebruiksaanwijzing van uw aangesloten soldeergereedschap uit.
Behandeling van de soldeerpunten
Bij het eerste opwarmen de selectieve en vertinbare
•
soldeerpunt met soldeersel nat maken. Dit verwijdert
oxidelagen en onreinheden aan de soldeerpunt.
Bij soldeerpauzes en voor het afleggen van de soldeerbout
•
er altijd op letten dat de soldeerpunt goed vertind is.
Geen te agressieve vloeimiddelen gebruiken.
•
Controleer altijd of de soldeerpunten goed vast zitten.
•
Stel de werktemperatuur zo laag mogelijk in.
•
Kies de voor de toepassing grootst mogelijke soldeerpunt-
•
vorm
Vuistregel: ca. zo groot als het soldeerpad.
Zorg voor een ruime warmteoverdracht tussen soldeerpunt
•
en soldeerplaats door de soldeerpunt goed te vertinnen.
Schakel bij langere werkonderbrekingen het soldeersys-
•
Door verschillende beschakeling van de 3,5 mm schakelstekkerbus zijn er 4 varianten
mogelijk:
a
Hard geaard
b
Potentiaalvereffening
c
Potentiaalvrij
d
Zacht geaard
zonder stekker (toestand bij levering).
met stekker, vereffeningsleiding aan het middelste
contact
met stekker
met stekker en ingesoldeerde weerstand. Aarding via
de gekozen weerstand.
teem uit of gebruik de Weller-functie voor de temperatuur-
verlaging bij niet-gebruik.
Gebruik de punt met soldeersol voor u de soldeerbout voor
•
langere tijd neerlegt.
Doe het soldeersel direct op de soldeerplaats, niet op de
•
soldeerpunt.
Vervang de soldeerpunten met het bijbehorende
•
gereedschap.
Oefen geen mechanische kracht op de soldeerpunt uit.
•
Aanwijzing
De regelapparaten werden voor een gemiddelde
soldeerpuntgrootte gejusteerd. Afwijkingen door een
puntwissel of het gebruik van andere puntvormen kun-
nen ontstaan.
NEDERLANDS
NL
57