Mogelijkheden
voor afvoer van de
warme lucht
Mobiele installatie
Vaste installatie
52
Uitblaasmond aansluiten op de luchtafvoerslang.
Het raam een klein beetje openzetten en de
uitstromingsmof voor de lucht tussen de
raampost en het raamkozijn plaatsen. In geval
van ramen met een dubbele raampost, de
uitstromingsmof tussen de linker- en
rechterraampost plaatsen.
Raam zover mogelijk sluiten en met het
bevestigingsbandje en de raamzuiger vastzetten.
Voor een vaste installatie hebt u het extra
toebehoren "raam/ muurdoorvoer" nodig. Dit is
onder bestelnummer B1 RKZ O6009 in de
vakhandel verkrijgbaar
Voor de afvoer van de warme lucht via de muur
moet u een gat boren dat groot genoeg is.
Uisblaasmond eraf trekken en de luchtafvoerslang
op de raam/muurdoorvoer aansluiten.
In geval van installatie via het raam wordt alleen
het transparente einde van het hulpstuk gebruikt.
Voor montage moet in het glas een ronde opening
met een diameter van 10,5 cm worden
a a n g e b r a c h t .
Attentie!
• De luchtafvoerslang niet onnodig verlengen
(maximumlengte 140 cm).
• Er moet een minimumafstand zijn van 70 cm
tussen de vloer en het uiteinde van de slang.
• Bij het aanbrengen van de slang mag de radius
van de bochten niet te klein zijn.
Anders zou de adequate afvoer van de warme
lucht worden verhinderd, hetgeen weer een
vermindering van het koelvermogen kan impliceren.