Plaatsen en aansluiten
B, C, D
Het plaatsen van het apparaat
• Apparaat waterpas en overstromingverzekerd opstellen.
Minstens 2 m zekerheidsafstand van het water aanhouden.
• Het apparaat boven het waterniveau opstellen, anders wordt het door teruglopend water beschadigd.
Schade door verkeerde plaatsing valt niet onder de garantie of aansprakelijkheid.
Apparaat aansluiten
• Luchtpijp beschut aanleggen, daarbij de pijp zoveel mogelijk kort houden
• Beluchtingssteen met luchtpijp verbinden en in de vijver plaatsen.
• Vrije einden van luchtpijp op de uitblaasopening aan apparaat steken.
Ingebruikneming
Inschakelen: Apparaat aansluiten op het elektriciteitsnet. Het apparaat schakelt zichzelf onmiddellijk in, als de elektri-
sche aansluiting tot stand is gebracht.
Uitschakelen: Koppel het apparaat van het elektriciteitsnet af.
Storingen verhelpen
Storing
Het apparaat draait niet
Apparaat transporteert geen lucht of de trans-
porthoeveelheid is onvoldoende
Apparaat is ongewoon luid
Slijtagedelen
Beluchtingsstenen, luchtfilter en membranen zijn niet-slijtvaste onderdelen en vallen niet onder de garantie.
Reiniging en onderhoud
Let op! Gevaarlijke elektrische spanning.
Mogelijke gevolgen: Dood of ernstig letsel.
Veiligheidsmaatregelen:
• Elektrische apparaten en installaties met nominale spanning U > 12 V AC of U >30 V DC, die in het water
liggen: Spanning van apparaten en installaties loskoppelen voordat u in het water grijpt.
• Alvorens werkzaamheden aan het apparaat te verrichten, apparaat spanningsvrij maken.
• Beveiligen tegen onbedoeld opnieuw inschakelen.
Luchtfilter reinigen
Zo gaat u te werk:
E
1. Filterhouder met behulp van een schroevendraaier uit het onderste gedeelte van de behuizing verwijderen.
2. Filtervlies eraf halen en uitkloppen of evt. vervangen.
3. Filtervlies in de filterhouder schuiven.
– Let op de O-ring, deze houdt de filterhouder in de behuizing vast.
4. Bouw het apparaat in omgekeerde volgorde samen.
Membranen vervangen
Onder de behuizing van de beluchter bevindt zich een luchtmotor. Wanneer de capaciteit van de beluchtingspomp af-
neemt, moeten daar twee membranen worden vervangen. Daartoe moet de behuizing worden geopend en de luchtmo-
tor worden gedemonteerd.
Aanwijzing!
• Het apparaat mag niet met defecte membranen worden gebruikt.
• Ook als er maar één membraan defect is, moeten de membranen verwisseld worden. De werkwijze is
identiek.
• Mocht u het vervangen niet zelf willen uitvoeren, neem dan contact op met uw dealer.
Oorzaak
Er is geen netspanning
Beluchtingsstenen verontreinigd
Luchtfilter verontreinigd
Luchtslang geknikt of poreus
Membraan defect
Membraan defect
Remedie
Netspanning controleren
Maak de beluchtingsstenen schoon of vervang
ze
Luchtfilter schoonmaken of vervangen
Luchtslang zonder knikken plaatsen of vervan-
gen
Beide membranen vervangen
Beide membranen vervangen
- NL -
19