ALGEMENE BESCHRIJVING
"De pompen met chop-check zijn hoofdzakelijk bedoeld voor het
verpompen van grote hoeveelheden vloeistoffen met een lage en
gemiddelde viscositeit. Dankzij de roestvrijstalen constructie zijn
de pompen geschikt voor een scala aan vloeistoffen. De toevoer
naar de onderste pomp is eenvoudig. Alle ARO industriële pompen
zijn standaard dubbelwerkend. Het materiaal wordt zowel tijdens
de opwaartse als neerwaartse slag naar de
uitlaat van de pomp verplaatst. "
De motor wordt op het onderste pompdeel aangesloten met een
tussenstuk. Hierdoor wordt de gleuf van de bovenste pakking
gesmeerd en wordt de motor niet verontreinigd als gevolg van
gebruikelijke slijtage en eventuele lekkage via de gleuf voor de
pakking van het materiaal. Let op dat de kom voor het oplosmiddel
voldoende smeermiddel bevat met het oog op adequate bes-
cherming van de bovenste pakkingen en een optimale levensduur.
WAARSCHUWING
GEVAARLIJKE DRUK. Overschrijd niet de
maximale werkdruk van 48.4 bar (702 p.s.i.) bij
een inlaatluchtdruk van 8.3 bar (120 p.s.i.)
Pompratio X Inlaatdruk naar
pompmotor
Pompratio is de verhouding tussen de pompmotor en het onderste pompdeel.
VOORBEELD: Wanneer de inlaatdruk van de motor van een pomp met een ratio van
4:1 10,3 bar (150 p.s.i.) is, kan de vloeistofdruk (niet stromend) maximaal 41,4 bar
(600 p.s.i) bereiken – zodra de vloeistof gaat stromen, neemt de stroomsnelheid toe-
naarmate de motor meer omwentelingen maakt om aan de vraag te vdoen.
Z i e a l g e m e e n i n f o r m a t i e b l a d v o o r
WAARSCHUWING
aanvullende voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot veiligheid en belangrijke
informatie.
OPMERKING: Thermische uitzetting kan optreden wanneer de
vloeistof in de materiaalleidingen wordt blootgesteld aan ver-
hoogde temperaturen. Voorbeeld: Materiaalleidingen bij een
niet-geïsoleerd dak kunnen opwarmen door zonlicht. Installeer een
overdrukklep in het pompsysteem.
Extra waarschuwingsetiket (onderdeelnr. 92325) is op aan-
vraag leverbaar.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Pompproblemen kunnen zich voordoen in het motorgedeelte en
het onderste pompdeel. Aan de hand van deze basisrichtlijnen
kunt u bepalen waar de problemen optreden.
Pomp draait niet.
Controleer eerst of er geen sprake is van problemen die los van
de pomp staan, zoals knikken in de in-/uitlaatslang, te korte of
niet aangesloten in-/uitlaatslangen of het doseersysteem. Haal
de druk van het pompsysteem en verhelp eventuele proble-
men in de in-/uitlaatleidingen.
Zie de handleiding van de motor indien de pomp niet draait
en/of de pneumatische motor lucht lekt.
Schade aan motor. Repareer de motor.
Pomp draait maar voert geen materiaal uit.
Zie de handleiding van het onderste pompdeel voor het oplos-
sen van andere problemen.
AF0805MXXXXXX-XX-X (nl)
=
Maximale vloeistofdruk
Pomp
POMPAANSLUITING - BOVEN/ONDER
OPMERKING: Alle draad is rechts.
1.
Plaats de pomp op een werkbank.
2.
Verwijder de drie (Y85-29-C) moeren van de drie afstandsstan-
gen (afbeelding 1).
3.
Trek de pneumatische motor van het onderste pompdeel
totdat de zuigerstang van de motor omlaag komt en de stang
van het onderste pompdeel omhoogn.
4.
Met behulp van e-ring tangen, schuif de borgring op ver
genoeg om de mouw te verplaatsen naar boven en laat de
twee connectors (zie figuur 2). De motor van de lucht opzij
leggen.
POMP DETAILS VOOR VERBINDING
.
OPNIEUW MONTEREN
1.
Uitlijnen van de pomp motor en uitbreiding staaf met de
onderkant van de pomp. Plaats de luchtinlaat van de motor
45° uit het materiële stopcontact.
2.
De twee installeren (94688) aansluitingen en behouden met
de mouw (94689). Borgring dia de (95069) terug op zijn plaats.
3.
Re installeren de spacer staven de pomp motor.
4.
De pomp motor en lagere samenbrengen en behouden met
drie noten (Y85-29-C).
NL
Zuigerstang pompmotor
95069 'E'-ring
94688 Aansluitstuk (2)
94689 Mof
Zuigerstang onderste
pompdeel
Afbeelding 2
19