Bedieningspaneel
Op het bedieningspaneel bevinden zich de hoofdscha-
kelaar, de functieschakelknop en de indicatoren van de
resterende acculading.
► Fig.15: 1. Accu-indicatorlampje
2. Functieschakellamp 3. Bedrijfslampje
4. Testknop 5. Functieschakelknop
6. Hoofdschakelaar
Hoofdschakelaar
WAARSCHUWING:
kelaar uit indien niet in gebruik.
Om het gereedschap in te schakelen, drukt u op de hoofdscha-
kelaar. Het bedrijfslampje brandt groen. Om het gereedschap
uit te schakelen, drukt u nogmaals op de hoofdschakelaar.
OPMERKING: Als het bedrijfslampje rood brandt, of
rood of groen knippert, raadpleegt u de instructies
voor het apparaat-/accubeveiligingssysteem.
OPMERKING: Dit gereedschap maakt gebruik van
de automatische uitschakelfunctie. Om onbedoeld
starten te voorkomen wordt de hoofdschakelaar auto-
matisch uitgeschakeld wanneer de schakelhendel
en de aandrijfhendel (indien aanwezig) niet worden
ingeknepen binnen een bepaalde tijdsduur nadat de
hoofdschakelaar is ingeschakeld.
Functieschakelknop
U kunt de bedieningsfunctie veranderen door op de func-
tieschakelknop te drukken. Wanneer het gereedschap
wordt ingeschakeld, start het gereedschap in de normale
functie. Als u op de functieschakelknop drukt, schakelt het
apparaat om naar de geluidsonderdrukkingsfunctie en gaat
de functieschakellamp groen branden. In de geluidsonder-
drukkingsfunctie kunt u het geluidsniveau tijdens het gras-
maaien verlagen. Als u nogmaals op de functieschakelknop
drukt, keert het gereedschap terug naar de normale functie.
De resterende acculading controleren
Druk op de testknop om de resterende acculadingen
te zien. De accu-indicatorlampjes geven per accu de
resterende acculading aan.
Toestand van accu-indicator
Aan
Zet altijd de hoofdscha-
Resterende
acculading
Uit
50% tot 100%
20% tot 50%
0% tot 20%
OPMERKING: De indicatorlampjes voor de reste-
rende acculading dienen slechts ter referentie. De
daadwerkelijke acculading kan verschillen afhankelijk
van de gebruiksomstandigheden.
OPMERKING: Stop het apparaat voordat u op de
testknop drukt om de resterende acculadingen weer
te geven.
De trekkerschakelaar gebruiken
WAARSCHUWING:
brengt, controleert u eerst of de schakelhendel
goed werkt en bij loslaten automatisch naar de
oorspronkelijke stand terugkeert. Bediening van
het apparaat met een schakelaar die niet goed werkt
kan leiden tot ongecontroleerde bewegingen, met
kans op ernstig lichamelijk letsel.
OPMERKING: De grasmaaier start niet zonder dat
u de schakelknop indrukt, ook al trekt u de schakel-
hendel in.
OPMERKING: De grasmaaier start mogelijk niet
vanwege overbelasting wanneer u lang of dicht gras
in één keer probeert te maaien. Stel in dat geval de
maaihoogte hoger in.
Deze grasmaaier is voorzien van een contactsleutel en
een handgreepschakelaar. Als er iets niet in orde is met
de contactsleutel of de schakelaar, stopt u onmiddellijk
het gebruik en laat u ze controleren bij uw dichtstbij-
zijnde erkende Makita-servicecentrum.
1.
Breng de accu's aan. Plaats de contactsleutel en
sluit daarna het accudeksel.
2.
Selecteer de accu's die moeten worden gebruikt
door de accukeuzeschakelaar te draaien.
3.
Druk op de hoofdschakelaar.
4.
Trek de schakelhendel naar u toe terwijl u de
schakelknop ingedrukt houdt. Laat de schakelknop los
zodra de motor begint te draaien.
► Fig.16: 1. Schakelknop 2. Schakelhendel
OPMERKING: Als de contactsleutel niet is geplaatst,
knippert het bedrijfslampje groen wanneer u de scha-
kelhendel inknijpt.
5.
Terwijl u de schakelhendel vasthoudt, duwt u de
aandrijfhendel naar voren en houdt u deze vast om de
achterwielen aan te drijven.
► Fig.17: 1. Aandrijfhendel
OPMERKING: U kunt de achterwielen aandrijven
door de aandrijfhendel naar voren te duwen en deze
vast te houden zonder de schakelhendel naar u toe
te trekken.
6.
Laat de aandrijfhendel en de schakelhendel los
om het apparaat te stoppen.
65 NEDERLANDS
Alvorens u de accu aan-