Lijst parameters in de set up (MMA)
0
Opslaan en afsluiten
Om de wijzigingen op te slaan en de parameter te verlaten.
1
Reset
Om alle parameter weer op de fabrieksinstelling terug
te brengen.
3
Hot start
Voor het regelen van de waarde van de hot start in
MMA. Voor een min of meer warme start in de fases
van de ontsteking van de boog wat de startprocedure
makkelijker maakt.
Uitgedrukt in percentage (%) van de lasstroom.
Minimaal uit, maximaal 500%, fabrieksinstelling 80%
7
Lasstroom
Voor het afstellen van de lasstroom.
Uitgedrukt in Ampères (A)
Minimaal 3A , maximaal Imax, fabrieksinstelling 100A
8
Arc force
Voor het regelen van de waarde van de Arc force in
MMA. Voor een min of meer krachtige dynamische
reactie tijdens het lassen waardoor het werken voor de
lasser gemakkelijker wordt.
Door de waarde van de arc-force te verhogen wordt de
kans op vastkleven van de electrode verlaagd.
Uitgedrukt in percentage (%) van de lasstroom.
Minimaal uit, maximaal 500%, fabrieksinstelling 30%
204
Dynamic power control (DPC)
Maakt het mogelijk de gewenste V/A karakteristiek te
selecteren.
I =C Constante boog
De toe- of afname van de booglengte heeft geen effect
op de lasstroom.
Basisch, Rutiel, Acid, Staal, Gietijzer
1÷20* Afbouwende karakteristiek met slopeafstelling
De verlenging van de booglengte heeft een verlaging
van de lasstroom tot gevolg (en omgekeerd) dit in de
verhouding ampere staat tot voltage van 1 tot 20.
Cellulose, Aluminium
P = C* Wet van behoud van energie
De verlenging van de booglengte veroorzaakt een vela-
ging van de lasstroom (en omgekeerd) en wel volgens
de formule V·I= K.
Cellulose, Aluminium
205
MMA Synergie
Hiermee kan de beste boogdynamiek worden ingesteld
door het selecteren van het type elektrode dat u gaat
gebruiken.
0 Basisch
1 Rutiel
2 Cellulose
3 Staal
4 Aluminium
5 Gietijzer
Fabrieksinstelling 0
106
Het kiezen van de juiste dynamische boog maakt het
mogelijk om het maximaal profijt uit de stroombron te
halen zodat de best mogelijk las prestatie wordt behaald.
Perfecte lasbaarheid van de gebruikte elektrode wordt niet
gegarandeerd (de lasbaarheid is afhankelijk van de kwali-
teit en de staat waarin het artikel verkeerd, de werk- en
lascondities, en vele mogelijke toepassingen, enz ).
312
Spanning booguitschakeling
Voor het instellen van de waarde van de spanning om de
elektrische boog wordt uitgeschakeld. Hierdoor worden de
werkomstandigheden die zich voordoen beter beheerst.
Bij het puntlassen bijvoorbeeld zorgt een lage waarde
van de spanning voor een minder grote vlam als de elek-
trode van het werkstuk wordt verwijderd waardoor spat-
ten, verbranding en oxidatie van het werkstuk afnemen.
Worden er echter elektroden gebruikt waarvoor een
hoge spanning noodzakelijk is, adviseren wij u een hoge
drempelwaarde in te stellen om te voorkomen dat de
boog tijdens het lassen dooft.
Stel de spanning voor het uitschakelen van de
boog nooit hoger in dan nul lading spanning van
de stroombron.
Parameter ingesteld op Volt (V).
Minimaal 0V, maximaal 99,9V, fabrieksinstelling 57V
500
Maakt de toegang mogelijk tot hogere instelling
niveaus:
USER:
gebruiker
SERV:
service
vaBW: vaBW
551
Blokkeer/deblokkeer
Maakt het mogelijk de controle knoppen op het paneel
te blokkeren en een bescherm code in te voeren ( raad-
pleeg het gedeelte Blokkeer / deblokkeer).
601
Stap (U/D)
Voor het regelen van de grootte van de stap van de up-
down toetsen.
Minimum uit, Maximum MAX, Default 1
602
Externe parameter CH1
Maakt het mogelijk externe parameter 1 te reguleren
(minimale waarde).
603
Externe parameter CH1
Maakt het mogelijk externe parameter 1 te reguleren
(maximale waarde).
750
Maten
Voor de keuze van de maten die op de display 4 wor-
den weergegeven.
A Werkelijke stroom
U Werkelijk voltage
751
Stroom aflezen
Toont de werkelijke waarde van de lasstroom.
752
Voltage aflezen
Toont de werkelijke waarde van het las voltage.
Lijst parameters in de set up (TIG)
0
Opslaan en afsluiten
Om de wijzigingen op te slaan en de parameter te verlaten.
1
Reset
Om alle parameter weer op de fabrieksinstelling terug
te brengen.
2
Voor gas stroom tijd
Om de gasstroom vóór het ontsteken van de boog in te
stellen en te regelen.
Om de toorts met gas te vullen en de werkplek voor het
lassen in gereedheid te brengen.
Minimaal 0.0 sec., maximaal 99.9sec., fabrieksinstelling
0.1 sec.