Montage
eBike-accu plaatsen en uitnemen
Voor het plaatsen van de eBike-accu in de eBike en voor het
uitnemen dient u de gebruiksaanwijzing van de accu te lezen
en in acht te nemen.
Boordcomputer plaatsen en uitnemen
(zie afbeelding A)
Voor het plaatsen van de boordcomputer 3 schuift u hem van
voren in de houder 4.
Voor het uitnemen van de boordcomputer 3 drukt u op de
vergrendeling 17 en schuift u hem naar voren uit de houder 4.
Als u de eBike parkeert, verwijdert u de boordcompu-
ter.
Het is mogelijk om de boordcomputer in de houder tegen het
verwijderen te beveiligen. Demonteer hiervoor de houder 4
van het stuur. Plaats de boordcomputer in de houder. Schroef
de blokkeerschroef 18 (schroefdraad M3, 8 mm lang) van on-
deren in de daarvoor bestemde schroefdraad van de houder.
Monteer de houder opnieuw op het stuur.
Snelheidssensor controleren (zie afbeelding B)
De snelheidssensor 19 en de bijbehorende spaakmagneet 20
moeten zodanig gemonteerd zijn dat de spaakmagneet bij een
omwenteling van het wiel op een afstand van minimaal 5 mm
en maximaal 17 mm langs de snelheidssensor beweegt.
Opmerking: Is de afstand tussen snelheidssensor 19 en
spaakmagneet 20 te klein of te groot of is de snelheidssensor
19 niet juist aangesloten, dan valt de snelheidsmeterindicatie
r3 uit en de eBike-aandrijving werkt in het noodloopprogram-
ma.
Draai in dit geval de schroef van de spaakmagneet 20 los en
bevestig de spaakmagneet zo aan de spaak dat hij op de juiste
afstand voorbij de markering van de snelheidssensor komt.
Verschijnt ook daarna geen snelheid op de snelheidsmeterin-
dicatie r3, neem dan met een geautoriseerde fietsenhande-
laar contact op.
Bosch eBike Systems
Gebruik
Ingebruikneming
Voorwaarden
Het eBike-systeem kan alleen geactiveerd worden als de vol-
gende voorwaarden vervuld zijn:
– Een voldoende geladen eBike-accu is geplaatst
(zie Gebruiksaanwijzing van de accu).
– De boordcomputer is juist in de houder geplaatst
(zie „Boordcomputer plaatsen en uitnemen", pagina
Nederlands–3).
eBike-systeem in- en uitschakelen
Als u het eBike-systeem wilt inschakelen, heeft u de volgen-
de mogelijkheden:
– Plaats de boordcomputer in de houder 4.
– Druk bij een geplaatste boordcomputer en geplaatste
eBike-accu een keer kort op de aan/uittoets 5 van de
boordcomputer.
– Druk bij een geplaatste boordcomputer op de aan-/uittoets
van de eBike-accu (zie gebruiksaanwijzing van de accu).
De aandrijving wordt geactiveerd zodra u op de pedalen trapt
(behalve bij de functie duwhulp, zie „Hulp bij het lopen in- en
uitschakelen", pagina Nederlands–10). Het motorvermogen
richt zich naar het ingestelde ondersteuningsniveau aan de
boordcomputer.
Zodra u bij normaal gebruik niet meer op de pedalen trapt of
zodra u een snelheid van 25/45 km per uur heeft bereikt,
wordt de ondersteuning door de aandrijving van de eBike uit-
geschakeld. De aandrijving wordt automatisch weer geacti-
veerd zodra u op de pedalen trapt of de snelheid onder
25/45 km per uur daalt.
Als u het eBike-systeem wilt uitschakelen, heeft u de volgen-
de mogelijkheden:
– Druk gedurende minstens 1 seconde op de aan-/uittoets 5
van de boordcomputer.
– Schakel de eBike-accu aan de aan-/uittoets uit (zie ge-
bruiksaanwijzing van de accu).
– Verwijder de boordcomputer uit de houder.
Wordt ongeveer 10 min. lang geen vermogen van de aandrij-
ving opgeroepen (bijv. omdat de eBike stilstaat) of wordt
geen enkele toets op de Nyon ingedrukt, schakelt het eBike-
systeem om energiespaarredenen automatisch uit.
Nederlands–3
0 276 001 SAN | (13.7.15)