5.3 Stroomvoorziening
LET OP!
Voordat u aan de installatie begint, controleert u of de netspanning en de nominale
spanning van de camera overeenkomen.
De camera's beschikken over een voedingsspanning van 12 V DC. Let bij het aansluiten op de
polariteit. Voor de aansluiting is een netstekkervoeding (ronde stekker, 5,5 mm x 2,1 mm)
meegeleverd.
5.4 Aanbrengen van de videokabel
Om het videosignaal van de camera door te geven aan een convertor, monitor of recorder, moet op de
aansluiting „Video-OUT" een coaxkabel van het type RG59 met BNC-stekker (male, mannelijk) worden
aangesloten. De kabellengte tot het volgende toestel mag niet langer zijn dan 150 meter. Om het bereik
te vergroten, kunnen bijpassende signaalversterkers worden gebruikt.
6. Onderhoud en reiniging
6.1 Onderhoud
Controleer de staat van het product regelmatig bv. op beschadiging van de behuizing.
Wanneer het vermoeden bestaat dat veilig gebruik van het product niet langer gegarandeerd kan
worden, moet het product worden afgekoppeld en moet er voor worden gezorgd dat het niet per abuis
kan worden gebruikt. Verwijder de accu.
U kunt ervan uitgaan dat veilig gebruik niet meer mogelijk is wanneer
het apparaat zichtbaar is beschadigd of
het apparaat niet meer functioneert.
Let op:
Het product is voor u onderhoudsvrij Er bevinden zich geen onderdelen in de camera die
door de gebruiker moeten worden gecontroleerd of onderhouden. Open het product nooit.
(1) Videosignaal (BNC)
1
(2) Voedingsspanning
12 V DC (5,5 x 2,1 mm)
2
41
Nederlands