5.2 Montage van de stofzuigadapter
(fi g. 4, pos. 2)
Steek dan de stofzuigadapter (2), zoals in fi g. 4
getoond, op de stofzuigaansluiting (a) en zet hem
door draaien vast. Verbindt de stofzuigadapter
met een gepaste stofzuiginstallatie.
Voorzichtig!
Het gebruik van de stofopvangdoos of een stof-
zuiginstallatie is om gezondheidsredenen beslist
noodzakelijk.
5.3 Vastmaken van het schuurpapier d.m.v.
klithechting (fi g. 5)
•
Gebruik enkel schuurpapier met de overeen-
komstige afmetingen en passende perforatie!
•
Breng het schuurpapier op de trilplaat (5) aan
zoals getoond in fig. 5. Let wel dat de perfora-
tie met de trilplaat overeenkomt.
6. Bediening
6.1 In-/uitschakelen (fi g. 1, pos. 1)
Om het toestel in te schakelen brengt u de bedri-
jfsschakelaar (1) van stand 0 naar 1.
6.2 Werken met de multischuurmachine:
•
Schuurzool met het hele oppervlak op het te
schuren vlak plaatsen.
•
Machine inschakelen en met matige druk op
het te bewerken vlak kringvormige bewegin-
gen of bewegingen in dwars- en langsrichting
uitvoeren.
•
Voor het grofschuren is een grove, voor het
fijnschuren een fijnere korrel aan te bevelen.
Door schuurtests kan de gunstigste korrel
worden bepaald.
Voorzichtig!
Het stof dat bij het werken met het gereedschap
vrijkomt kan schadelijk zijn voor de gezondheid:
•
draag daarom bij het schuren steeds een vei-
ligheidsbril en een stofmasker.
•
Alle personen die met het gereedschap wer-
ken of de werkvloer betreden moeten een
stofmasker dragen.
•
Op de werkvloer mag niet worden gegeten,
gedronken of gerookt.
•
Loodbevattende verf mag niet worden be-
werkt!
Anl_PRO_SM_130_SPK7_Teil1.indb 47
Anl_PRO_SM_130_SPK7_Teil1.indb 47
NL
7. Vervanging van de
netaansluitleiding
Gevaar!
Als de netaansluitleiding van dit apparaat be-
schadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant
of diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwalifi ceerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.
8. Reiniging, onderhoud en
bestellen van wisselstukken
Gevaar!
Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
8.1 Reiniging
•
Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventila-
tiespleten en het motorhuis zo veel mogelijk
vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met een
schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
•
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
•
Reinig het toestel regelmatig met een vochti-
ge doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kun-
nen aantasten. Let er goed op dat geen water
in het toestel terechtkomt. Door binnendrin-
gen van water in een elektrische apparatuur
verhoogt het risico van een elektrische schok.
8.2 Koolborstels
Bij bovenmatige vonkvorming laat u de koolbors-
tels door een bekwame elektricien nazien.
Gevaar! De koolborstels mogen enkel door een
bekwame elektricien worden vervangen.
8.3 Onderhoud
In het toestel zijn er geen andere te onderhouden
onderdelen.
- 47 -
26.02.14 17:55
26.02.14 17:55