G
OVER HET ONDERHOUD
Uw kachel vergt weinig onderhoud. Wel dient u stof en vlekken bijtijds af te
nemen met een vochtige doek, omdat er anders hardnekkige vlekken kunnen ont-
staan. Normaal gesproken zijn er slechts 2 onderdelen aan slijtage onderhevig:
1. DE BATTERIJEN
Deze kunt u zelf vervangen. Gooi de oude batterijen niet in de vuilnisbak. Volg de
regels zoals die in uw gemeente gelden voor Klein Chemisch Afval. Batterijen niet
in het vuur werpen, daar deze kunnen exploderen of gevaarlijke vloeistoffen kun-
nen uitstoten.
2. DE KOUS / LEEGBRANDEN
Om de levensduur van de kous te verlengen, moet u de kachel van tijd tot tijd
helemaal laten leegbranden (tot hij vanzelf uitgaat). Doe dit wanneer u merkt dat
de verbranding wat minder wordt. Het leegbranden veroorzaakt enige geur, dus
het is raadzaam dit buiten de leefruimte te doen.
Verwijder zelf geen onderdelen van de kachel. Neem voor een eventuele repa-
ratie altijd contact op met uw dealer.
Laat de kachel afkoelen voordat u onderhoud pleegt.
H
OPSLAG (EINDE STOOKSEIZOEN)
Wij raden u aan de kachel aan het einde van het stookseizoen helemaal leeg te bran-
den en daarna goed op te bergen. U gaat als volgt te werk:
1
Maak de kachel aan buiten de leefruimte en laat hem geheel leegbranden.
2
Laat de kachel afkoelen.
3
Maak de kachel schoon met een vochtige doek en droog deze af.
4
Haal de batterijen uit de batterijhouder K en bewaar deze op een droge plaats.
5
Reinig het brandstofzeefje.
6
Berg de kachel stofvrij op, zo mogelijk in de originele verpakkingsmaterialen.
Overgebleven brandstof kunt u een volgend stookseizoen niet meer gebruiken.
Houdt u toch wat over gooi deze brandstof dan niet weg, maar volg de regels zoals
die in uw gemeente gelden voor Klein Chemisch Afval. Begin het nieuwe
stookseizoen in elk geval met nieuwe brandstof en raadpleeg opnieuw deze
gebruiksaanwijzing.
I
VERVOER
Om te voorkomen dat uw kachel tijdens het transport brandstof lekt, moet u de
volgende maatregelen nemen:
1
Laat de kachel afkoelen.
2
Haal de wisseltank I uit de kachel en verwijder het brandstofzeefje. Dit kan
wat nadruppelen; houd een doekje bij de hand. Bewaar het brandstofzeefje
en de wisseltank buiten de kachel.
1
107