Laad de batterij volledig op voordat u deze een langere periode opbergt.
Vermijd overladen en veelvuldig ontladen van de batterij.
Voor het eerste gebruik moet u de batterij volledig opladen en tot 70% ontladen. Herhaal 3 tot 5
keer. Dit verlengt de levensduur van de batterij.
7.
De drone besturen
7.1
De afstandsbediening en de drone synchroniseren
1.
Plaats de opgeladen batterij in de quadcopter. Plaats ook batterijen in de afstandsbediening.
2.
Plaats de drone op een effen en slipvrij oppervlak.
3.
Houd de linker hendel naar omlaag.
4.
Schakel de afstandsbediening in door de on/off-schakelaar op ON te zetten. De synchronisatie is
voltooid wanneer de voedingsled blijft branden.
Als de synchronisatie is mislukt - de voedingsled blijft knipperen - of als
de drone onbestuurbaar is, schakel zowel de drone als de
afstandsbediening uit en herhaal de synchronisatieprocedure.
Herlaad de batterij van de drone wanneer de voedingsled langzaam
knippert.
7.2
Leren vliegen
Deze drone is een vliegtoestel dat snel reageert en slechts kleine
stuurbewegingen nodig heeft om het te besturen. Het neerstorten van
de drone kan ernstige letsels en/of onherroepelijke schade veroorzaken
aan het toestel en de omliggende voorwerpen.
Daarom is het zeer belangrijk om eerst te oefenen en voldoende
vlieguren te maken om uw vliegvaardigheden te verbeteren. Laat de
drone langzaam opstijgen en zweven tot 50 - 60 cm boven de grond.
Laat de drone voorzichtig landen.
Beweeg de drone naar links/rechts en voor-/achterwaarts.
Herhaal deze oefeningen tot u ze goed onder de knie hebt.
7.3
De drone besturen
De drone kalibreren
Beweeg de linker hendel naar de hoek linksonder en beweeg de rechter hendel naar de hoek
rechtsonder.
Na 3 seconden knippert de led op de drone om aan te geven dat de kalibratie voltooid is.
V. 01 – 15/05/2017
RCQC5
WAARSCHUWING
OPMERKING
12
©Velleman nv