Ambiance BTX 4100
2.6
Hydraulische aansluitingen
D e a a n s l u i t i n g m o e t o v e r e e n k o m e n m e t d e
reglementaire voorschriften en de regels der kunst in
voege.
Het toestel zal op de installatie aangesloten worden
door middel van Union-verbindingen en van kraantjes
om zijn demontage te vergemakkellijken.
Eventueel, de ketel met behulp van flexibels van 0,5 m
van de hydraulishe kringomloop isoleren om het
geluidsniveau te verminderen dat te wijten is aan
trillende verspreidingen.
A a n s l u i t i n g
va n
radiatorenomloop (omloop 1 of omloop 2)
•
De circulatiepomp verwarming op de leiding vertrek of
retour plaatsen.
Voor een goede werking en om het geluidsniveau te
beperken, moet de circulatiepomp aan de installatie
aangepast worden.
Eventueel de circulatiepomp van de hydraulische
kringloop isoleren met behulp van flexibels ten einde
het geluidsniveau te beperken dat te wijten is aan
trillende verspreidingen.
•
Een gesloten expansievat op de installatie plaatsen.
De capaciteit van het expansievat moet aan de
afmetingen van de installatie aangepast zijn.
Een veiligheidsklep gekalibreerd op 3 bar op de
installatie plaatsen.
De evacuatie van de veiligheidklep op de riolering
aansluiten.
Het expansievat, de toebehoren en de expansiebuis
moeten worden beschermd tegen vorst.
•
Indien het toestel op de hoge punt geplaatst wordt van
de installatie (b.v. op de zolder) zal een zekerheid
"gebrek aan water" geplaatst moeten worden.
Gebruiksaanwijzing "1236"
d e
s t o o k k e t e l
o p
SSu
VE
Figuur 7 - Principieel hydraulisch schema
2.7
Montage van de brander
In geval van gebruik van een andere brander dan
degenen die in ons catalogus vermeld zijn, en in geval
van twijfel, de compatibiliteit van de ketel bij onze
technische diensten controleren.
Zie de gebruiksaanwijzingen van de brander.
De brander op de haarddeur hechten.
De elektrische kabel en de brandstoflexibels langs de
opening doen komen aan de onderkant van de
zijpannelen.
De stekker van de brander aansluiten.
d e
2.8
Aansluiting van de brandstoftoevoer
Zie tevens de gebruiksaanwijzingen van de brander.
Gas
De aansluiting van het toestel op het gasdistributienet
zal uitgevoerd moeten worden volgens de voorschriften
in voege, (Norm NBN 51-003).
De sektie van de buizen zal berekend worden in funktie
van de debieten en de druk van het distributienet.
Een gaskraan KVBG zal bij de ketel geplaatst worden.
2.9
Elektrische aansluitingen
De elektrische aansluiting moet uitgevoerd worden
volgens de voorschriften van het Algemene Reglement
voor de Elektrische Installaties (A.R.E.I.).
De elektrische aansluitingen zullen uitgevoerd worden
wanneer alle andere montageoperaties uitgevoerd zijn
(vasthechten, aansluiten,....enz.).
De elektrische uitrusting van de ketel moet op de
aarding aangesloten worden.
Het is aanbevolen van de elektrische installatie uit te
rusten met een differentiële bescherming van 30 mA.
Een tweepolige schakelaar buiten de ketel voorzien.
De schakelaar die op het bedieningsbord staat ontslaat
niet van een reglementaire generale schakelaar op de
installatie te plaatsen.
CC - Circulatiepomp verwarming
R - Installatie verwarming
SSu - Veiligheidsklep
VM - 3 wegmengkraan
VE - Expansievat
VM
CC
R
Code 026 596 - 026 597 - 026 598
7