Bluetooth
Bluetooth-verbinding
Belangrijk
Als er drie of meer Bluetooth-apparaten (bijv. een telefoon en een afzonderlijke audiospeler)
verbonden zijn, werken ze mogelijk niet goed.
1
Schakel de Bluetooth-functie van het apparaat in.
2
Druk op
om het telefoonmenu weer te geven.
3
Draai aan de M.C.-knop om [BT SETTING] te selecteren en druk vervolgens op de
knop om te bevestigen.
4
Draai aan de M.C.-knop om [ADD DEVICE] te selecteren, druk daarna op de knop
om te bevestigen.
Het toestel zoekt naar beschikbare apparaten en geeft ze vervolgens weer in de
apparaatlijst.
• Om het zoeken te annuleren, drukt u op de M.C.-knop.
• Als het gewenste apparaat niet in de lijst voorkomt, selecteert u [RE-SEARCH].
• Als er geen apparaat beschikbaar is, verschijnt [NOT FOUND] op het display.
5
Draai de M.C.-knop om een apparaat in de apparaatlijst te selecteren, druk
daarna op de knop om te bevestigen.
Hou de M.C.-knop ingedrukt om de weergegeven apparaatinformatie te schakelen
tussen het Bluetooth-apparaatadres en de apparaatnaam.
6
Selecteer [Pioneer BT Unit] op het display van het apparaat.
7
Controleer of hetzelfde getal van 6 cijfers op het toestel en op het apparaat
verschijnt, selecteer vervolgens "Yes" op het apparaat.
OPMERKINGEN
• [DEVICE FULL] verschijnt als het toestel al gekoppeld is met drie andere apparaten. Verwijder in dat
geval een van de gekoppelde apparaten. Zie [DEL DEVICE] of [GUEST MODE] bij de Bluetooth-
instellingen (pagina 10).
• Afhankelijk van het apparaat moet u een pincode invoeren in stap 7. Voer in dat geval [0000] in.
TIP
De Bluetooth-verbinding kan ook tot stand worden gebracht door het toestel te detecteren op het
Bluetooth-apparaat. Om dit te doen moet [VISIBLE] in de Bluetooth-instellingen ingesteld zijn op [ON].
Voor meer informatie over de bediening van een Bluetooth-apparaat raadpleegt u de
bedieningsinstructies bij het Bluetooth-apparaat.
10
Nl
Bluetooth-instellingen
Menu-item
Beschrijving
DEVICELIST
Geef de lijst met gekoppelde Bluetooth-apparaten weer. "*"
verschijnt bij de apparaatnaam wanneer de Bluetooth-
verbinding tot stand is gebracht.
DEL DEVICE
Verwijder de apparaatinformatie.
[DELETE YES],
[DELETE NO]
ADD DEVICE
Registreer een nieuw apparaat.
A.CONN
Selecteer [ON] om automatisch een Bluetooth-apparaat te
verbinden.
[ON], [OFF]
VISIBLE
Selecteer [ON] zodat een Bluetooth-apparaat het toestel kan
detecteren wanneer het toestel via Bluetooth verbonden is met
[ON], [OFF]
een ander apparaat.
PIN CODE
De PIN-code wijzigen.
1 Druk op de M.C.-knop om de instelmodus weer te geven.
2 Draai de M.C.-knop om een cijfer te selecteren.
3 Druk op de M.C.-knop om de cursor naar de volgende positie
te brengen.
4 Nadat u de PIN-code heeft ingevoerd, houdt u de M.C.-knop
ingedrukt.
Als u, nadat u de PIN-code heeft ingevoerd, op de M.C.-knop
drukt, keert u terug naar het invoerscherm voor de PIN-code en
kunt u de PIN-code wijzigen.
DEV. INFO
Schakel de apparaatinformatie op het display tussen de
apparaatnaam en het Bluetooth-apparaatadres.
GUEST MODE
Selecteer [ON] om automatisch naar het [DEL DEVICE]-scherm te
gaan wanneer het toestel reeds met drie apparaten is
[ON], [OFF]
gekoppeld.
A.PAIRING
Selecteer [ON] om het toestel en de iPhone automatisch te
koppelen wanneer een iPhone via USB verbonden is met het
[ON], [OFF]
toestel. (Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk
van de versie van iOS die u gebruikt.)
Bluetooth-telefoon
Breng eerst een Bluetooth-verbinding tot stand met de Bluetooth-telefoon (pagina 10).
Tot twee Bluetooth-telefoons kunnen tegelijk worden verbonden.