Scroll doorheen het menu met <UP> en <DOWN>. Druk op <ENTER> om de weergegeven
menufunctie te selecteren of een optie te activeren. Druk op <MENU> om naar het hoofdmenu terug
te keren zonder de waarde te hebben gewijzigd.
Een instelling wijzigen
1.
Druk op <MENU> tot het gewenste menu verschijnt.
2.
Druk op <ENTER> om naar het menu te gaan.
3.
Druk op <UP> of <DOWN> om de instelling te wijzigen.
4.
Druk op <ENTER> om te bevestigen (of op <MENU> om te annuleren).
Het menu bestaat uit de volgende items:
Menu-item
Beschrijving
Auto
Het ingebouwde programma selecteren
Static
De statische kleur selecteren
Dim mode
De dimmermodus instellen
Tijdsduur achtergrondverlichting instellen (altijd aan; uitschakelen na 10, 20 of 30
Back Lite
seconden)
Info
Het toestel testen – weergave versie en uren
Address
Het DMX-adres instellen
Channel
De kanaalmodus instellen
Master/Slave
Het toestel in master/slave-modus instellen
7.2
Autonome modus (stand-alone)
In autonome modus draait het toestel één van de ingebouwde programma's.
Om het toestel in te stellen in autonome modus (stand-alone):
1.
Sluit niets aan op de DMX-ingang van het toestel.
2.
Druk op <MENU> tot <AUTO> op de display verschijnt en druk op <ENTER>.
3.
Gebruik <UP> en <DOWN> om een ingebouwd programma te selecteren.
7.3
Master/slave-modus
In master/slave-modus kunnen meerdere toestellen verbonden worden met een master-toestel. Alle
slave-toestellen zullen vervolgens synchroon functioneren met het master-toestel.
Plaats een toestel in master-modus en alle andere toestellen in slave-modus.
1.
Verbind alle toestellen in serie met DMX-kabels.
2.
Het eerste toestel in de ketting functioneert als master-toestel. Stel het toestel in zoals hierboven
beschreven.
3.
Op het master-toestel, druk op <MENU> tot <MASTER/SLAVE> op de display verschijnt en druk op
<ENTER>.
4.
Gebruik <UP> en <DOWN> om <MASTER> te kiezen en druk op <ENTER>.
5.
Op elk van de aangesloten slave-toestellen, druk op <MENU> tot <MASTER/SLAVE> op de display
verschijnt en druk op <ENTER>.
6.
Gebruik <UP> en <DOWN> om <SLAVE> te kiezen en druk op <ENTER>.
7.4
DMX-sturing
Sturing van het toestel via een universele DMX-controller.
Alle DMX-gestuurde toestellen hebben een digitaal startadres nodig, zodat het juiste toestel reageert
op de signalen. Dit digitale startadres is het kanaalnummer van waarop het toestel luistert naar het
signaal van de DMX controller. U kunt één enkel startadres gebruiken voor een groep toestellen of u
kunt per toestel een nieuw startadres ingeven.
Wanneer u een enkel startadres instelt, zullen alle toestellen luisteren naar hetzelfde kanaal. Met
andere woorden: wanneer u de instellingen voor 1 kanaal verandert, zullen alle toestellen er tegelijk
op reageren. Wanneer u verschillende adressen instelt, dan luistert elk toestel naar een ander
kanaal. Wanneer u de instellingen van een kanaal verandert, zal enkel het toestel op dat kanaal
reageren.
V. 04 – 22/05/2013
LX108
12
©Velleman nv