Montage En Aansluiting; Bediening Zonder Dmx-Besturings- Apparaat - IMG STAGELINE CPL-3DMX Manual De Instrucciones

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 24
De LEDʼs kunnen alleen via de CPL-3DMX worden
gestuurd (langzaam mengen van verschillende kleu-
ren, ook muziekgestuurde kleurwisseling door de ge-
ïntegreerde microfoon). Bij het aansluiten van de als
toebehoren verkrijgbare afstandsbediening LC-3 kunt
u verschillende lichtkleuren, stroboscoopeffecten en
kleurwisselingsprogrammaʼs selecteren.
U kunt de CPL-3DMX ook als DMX-interface
gebruiken om de LEDʼs met een DMX-lichtregelaar uit
te sturen. Hiervoor is de CPL-3DMX uitgerust met
4 DMX-besturingskanalen.

4 Montage en aansluiting

1) Schroef de CPL-3DMX evt. op een geschikte plaats
vast.
2) Sluit de LEDʼs aan op de schroefaansluitingen (7).
De belasting door de LEDʼs mag per kanaal (R, G, B)
niet hoger liggen dan 1,5 A, anders beschadigt u de
CPL-3DMX.
B = negatieve pool voor de blauwe LEDʼs
G = negatieve pool voor groene LEDʼs
R = negatieve pool voor rode LEDʼs
+ = gemeenschappelijke positieve pool
3) Voor de voedingsspanning hebt u een gestabili-
seerde netadapter nodig. Stel de netadapter in op
de spanning die nodig is voor de aangesloten
LEDʼs (min. 12 V , max. 24 V ). De netadapter
moet de stroom kunnen leveren die nodig is voor de
werking van de LEDʼs plus een voedingsspanning
van 110 mA voor de CPL-3DMX. Sluit de netadap-
ter aan op de contacten POWER (8).
De DMX-aansluiting wordt beschreven in hoofdstuk 6.1
en de aansluiting van de afstandsbediening LC-3 in
hoofdstuk 5.2.
5 Bediening zonder DMX-besturings-
apparaat
Bij gebruik zonder DMX-besturingsapparaat is de
stand van de DIP-schakelaars (2) niet belangrijk. Zodra
de CPL-3DMX zijn voedingsspanning krijgt, licht de
rode LED (1) op. Het licht van de aangesloten LEDʼs
wisselen continu van kleur (alleen bij RGB-LEDʼs).
Bij voldoende luide muziek wisselt de lichtkleur op
het ritme van de muziek, en de rode LED (1) gaat bij
elke kleurwisseling even uit. Stel het geluidsvolume
van de muziekinstallatie zo in dat de muzieksturing via
de microfoon (4) optimaal functioneert. Verklein zo
nodig de afstand tussen luidsprekers en CPL-3DMX of
stel de CPL-3DMX zo op dat de microfoon naar de
luidspreker is gericht.
5.1 Meerdere CPL-3DMX-apparaten
aaneenschakelen
U kunt meerdere CPL-3DMX-apparaten aaneenscha-
kelen. Zo kunt u meer LEDʼs gebruiken dan mogelijk is
met slechts één CPL-3DMX. Het centrale apparaat
(master) kan zo alle randapparaten (slave) synchroon
sturen, zodat alle LEDʼs in dezelfde kleur oplichten en
hun lichtkleuren op hetzelfde moment wisselen.
1) Verbind de aansluiting DMX OUTPUT (6) van het
centrale apparaat via een 3-polige XLR-kabel (b.v.
serie MEC-... of MECN-... uit het gamma van "img
Stage Line") met de aansluiting DMX INPUT (5) van
het eerste randapparaat.
2) Verbind de aansluiting DMX OUTPUT van het eer-
ste randapparaat met de aansluiting DMX INPUT
van het tweede randapparaat etc. tot alle apparaten
in een ketting aangesloten zijn.
Op het centrale apparaat mag op de aansluiting DMX
INPUT geen DMX-signaal beschikbaar zijn, zodat de
rode LED (1) continu oplicht of op het ritme van de
muziek uitgaat. Het apparaat is hiermee naar de "Mas-
ter"-modus geschakeld. Zodra de randapparaten de
besturingssignalen van het centrale apparaat ontvan-
gen, knipperen de respectieve rode LEDʼs (1) gelijk-
matig. De randapparaten zijn dan automatisch in de
"Slave"-modus geschakeld en kunnen synchroon door
het centrale apparaat worden gestuurd.
5.2 Afstandsbediening met de LC-3
Bij het gebruik met de als toebehoren verkrijgbare
afstandsbediening LC-3 zijn er bijkomende functies
beschikbaar.
1) Sluit de afstandsbediening aan op de jack
REMOTE CONTROL ONLY (9).
2) Op de ingang DMX INPUT (5) mag geen DMX-sig-
naal beschikbaar zijn.
3) Via de uitgang DMX OUTPUT (6) kunt u andere
CPL-3DMX-apparaten aansluiten (
om ze via de afstandsbediening samen met het
centrale apparaat te besturen.
4) Met de toets STAND BY (10) kunt u de LEDʼs uit- en
inschakelen. Als de LEDʼs uitgeschakeld zijn, licht
ter controle de LED naast de toets STAND BY op.
5) Selecteer met de toets MODE (12) de bedrijfsmodus:
Stroboscoopmodus
– De LED naast de toets MODE licht niet op –
Door de toets FUNCTION (11) ingedrukt te hou-
den, kunt u een van de drie stroboscoopfuncties
activeren:
1. muziekgestuurde, witte flitssalvoʼs
2. muziekgestuurde enkele flitsen met wisse-
lende kleur
3. muziekgestuurde flitssalvoʼs met wisselende
kleur
Telkens u de toets FUNCTION ingedrukt houdt,
wordt de volgende stroboscoopfunctie geacti-
veerd.
Lichtkleur selecteren
– De LED naast de toets MODE licht continu op –
Met de toets FUNCTION kunt een van de negen
NL
hoofdstuk 5.1),
21

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

38.3910

Tabla de contenido