3. Gebruik
3.1. Beschrijving van de functie "AUTO RESTART"
• Dit apparaat is uitgerust met de functie Auto Restart (automatisch
opnieuw starten). Wanneer de netvoeding wordt ingeschakeld, start
de airconditioner automatisch in de werkstand die was ingesteld met
de afstandsbediening voordat de stroomtoevoer werd onderbroken.
• Als de airconditioner was uitgeschakeld met de afstandsbediening
voordat de stroomtoevoer werd onderbroken, blijft het apparaat uitge-
schakeld, ook nadat de netvoeding wordt ingeschakeld.
• Als de airconditioner bezig was met de uitvoering van een test voor-
dat de stroomtoevoer werd onderbroken, start het apparaat, wanneer
de netvoeding wordt ingeschakeld, in de werkstand die was ingesteld
met de afstandsbediening vóór de uitvoering van de test.
2
6
ON/OFF
1
MODE
2
CHECK
TEST RUN
SET
3.2. ON/OFF (AAN/UIT)-zetten
<De werking starten>
I Druk op ON/OFF 1.
Opmerking:
G Nadat de unit opnieuw is gestart, zijn dit de begininstellingen.
Instellingen op de afstandsbediening
Modus
Last setting (Laatste instelling)
Temperatuurinstelling
Last setting (Laatste instelling)
Ventilatorsnelheid
Last setting (Laatste instelling)
Luchtstroom naar boven/
Modus HEAT
beneden
<De werking stoppen>
I Druk nogmaals op ON/OFF 1.
Opmerking:
Zelfs als u direct op de ON/OFF (AAN/UIT)-toets drukt nadat u de air-conditioner
net uitgeschakeld hebt, zal het apparaat voor ongeveer drie minuten niet star-
ten. Dit is om te voorkomen dat interne onderdelen schade oplopen.
3.3. Kiezen van de werkingsstand
I Druk op knop Operation mode (
werkingsstand 2.
Koelen
s
Drogen
Ventileren
Verwarmen
Automatisch (koelen/verwarmen)
44
3
5
TEMP
3
FAN
AUTO STOP
5
VANE
AUTO START
6
LOUVER
h
min
RESET
CLOCK
COOL of DRY
FAN
) 2 en kies de gewenste
Informatie over de multi system-airconditioner (Buiten-
unit: MXZ-LIJN)
s s s s s Bij de Multi-System-airconditioner (buitenunit: MXZ-lijn) kunt u twee of
meer binnenuniten op één buitenunit aansluiten. Afhankelijk van de ca-
paciteit kunt u meer dan twee binnenuniten tegelijk in werking hebben.
• Wanneer u probeert meer dan twee binnenuniten, aangesloten op één
buitenunit, te gelijk te gebruiken, een voor koelen en een andere voor te
verwarmen, wordt de werkstand gekozen van het binnenunit dat als
eerste in werking werd gesteld. De andere binnenapparaten die later
zullen starten kunnen niet werken, hetgeen wordt aangegeven door een
knipperende bedrijfsindicator.
In dit geval dient u alle binnenuniten op dezelfde werkstand in te stellen.
• Als de binnenunit is ingeschakeld in de automatische modus
is het mogelijk dat de bedieningsmodus (COOL ↔ HEAT) niet kan wor-
den gewijzigd. In plaats hiervan wordt de unit dan stand-by gezet.
• Wanneer het binnenunit in werking treedt terwijl het buitenunit bezig is
met ontdooien, duurt het enkele minuten (maximaal 15) voordat het
warme lucht begint uit te blazen.
• In de verwarmingsstand kan de binnenunit warm worden of kan het ge-
luid van stromende koelvloeistof worden gehoord, terwijl de binnenunit
niet functioneert. In deze gevallen is er geen sprake van een storing. De
oorzaak ligt in het feit dat de koelvloeistof voortdurend door de binnen-
unit stroomt.
Automatisch bedrijf
I Uitgaande van een ingestelde temperatuur, begint het koelbedrijf als de
ruimtetemperatuur te hoog is en begint het verwarmingsbedrijf als de
ruimtetemperatuur te laag is.
I Bij automatisch bedrijf schakelt de airconditioner over naar koelbedrijf
als de ruimtetemperatuur verandert en 15 minuten lang minstens 2 °C
boven de ingestelde temperatuur blijft. Op dezelfde wijze schakelt de
airconditioner over naar verwarmingsbedrijf als de ruimtetemperatuur
15 minuten lang minstens 2 °C onder de ingestelde temperatuur blijft.
Koelen
15 minuten (schakelt van
koelen over naar verwarmen)
I Aangezien de ruimtetemperatuur automatisch wordt geregeld om een
vaste effectieve temperatuur te behouden, wordt het koelbedrijf een paar
graden hoger en het verwarmingsbedrijf een paar graden lager uitge-
voerd dan de ingestelde ruimtetemperatuur, zodra die temperatuur is
bereikt (automatisch energiebesparend bedrijf).
3.4. Temperatuurinstelling
s s s s s Om de kamertemperatuur te verlagen:
3 om de gewenste temperatuur in te stellen.
Druk op
De ingestelde temperatuur wordt weergegeven 3.
s s s s s Om de kamertemperatuur te verhogen:
3 om de gewenste temperatuur in te stellen.
Druk op
De ingestelde temperatuur wordt weergegeven 3.
• Het beschikbare temperatuurbereik dat ingesteld kan worden is:
19 - 30 °C
Koelen & Drogen:
17 - 28 °C
Verwarmen:
19 - 28 °C
Automatisch:
• Het display knippert op 8 °C of op 39 °C ten teken dat de kamertempe-
ratuur onder 8 °C of boven 39 °C ligt.
(AUTO),
15 minuten (schakelt van
verwarmen over naar koelen)
Ingestelde temperatuur
+2°C
Ingestelde temperatuur
Ingestelde temperatuur
-2°C