214 | nl
Voorversterkeruitgang
U kunt op het apparaat een versterker
voor het gebruik van een extralagetonenluid-
spreker (subwoofer) aansluiten. Hiervoor moet
de versterker aan de achterkant van het
apparaat (kamer C1) worden aangesloten. Het
niveau van de subwoofer kan worden ingesteld
in het audiomenu:
f Druk op toets AUD ; om het menu te
openen.
f Druk zo vaak op toets AUD ; dat
„SUBWF" en de actuele instelling op het
display worden weergegeven.
f Draai de volumeregelaar 1 naar links
resp. rechts om het niveau in te stellen
tussen 0 en 7.
Om het menu te verlaten:
f druk evt. meermaals op toets AUD 7.
Let op:
Bij het resetten van de klankinstel-
lingen (zie gedeelte „Klankinstellin-
gen resetten" in het hoofdstuk
„Klank") wordt het niveau van de
subwoofer op nul gezet.
Voorversterkeruitgang | Externe audiobronnen
Externe audiobronnen
U kunt via drie AUX-ingangen verschillende
soorten externe audiobronnen op het apparaat
aansluiten:
AUX IN-frontbus (AUX FRNT)
f
AUX-ingangen achter (AUX1REAR,
f
AUX3REAR)
AUX-ingang front
Verhoogd gevaar op verwon-
ding door stekkers!
Uitstekende stekkers in de AUX
IN-frontbus 9 kunnen bij een
ongeluk tot verwondingen leiden.
Gebruik om deze reden alleen
jack-stekkers die onder een hoek
staan.
Zodra een externe audiobron op de AUX
IN-frontbus 9 is aangesloten, kan deze met
toets SRC > worden gekozen. Op het display
verschijnt dan „AUX FRNT".
AUX-ingangen achter
Via de AUX-ingangen achter kunt u verschil-
lende externe audiobronnen, zoals draagbare
cd-spelers, MiniDisc-spelers of MP3-spelers,
op het apparaat aansluiten.
Let op:
Bij de NAFTA-versie van het apparaat
is de achterste AUX-ingang „AUX3"
bestemd voor het aansluiten van een
XM- resp. Sirius-satelliettuner.
Robert Bosch Car Multimedia GmbH