5
Installatie van het toestel
5.3 Wandmontage
De wand moet vlak en recht zijn en voldoende
draagkracht hebben.
De diepte van de boorgaten moet overeenkomen
met de lengte van de bouten.
De meegeleverde bouten en deuvels zijn geschikt
voor gemetselde muren. Voor ander bouwmate-
riaal (bv. gipsplaat, plaat, poreus beton) moeten
geschikte bevestigingsdonsels en moeren worden
gebruikt.
(Afbeelding 1)
OPGELET: Controleer voor het boren
A
of er geen stroom-, gas- of waterlei-
dingen in de nabijheid van de boor-
locaties liggen.
Trek een middellijn vanaf het plafond loodrecht op
de onderrand van de kap.
Bevestig het montageschema aan de muur. Neem
voor de punten A en B de maximale afmetingen
van de kap als referentie, en de boorpunten A en
B heeft u gemarkeerd met een Ø6mm boor, en tik
op Ø6mm plastic wandpluggen. Monteer de rook-
gasaansluitplaat aan de wand met 2 stuks 3.9x22
64 / NL
schroeven (Afbeelding 2).
Voor de montage van de kapbehuizing worden de
in het installatiesjabloon aangegeven boorpun-
ten C,D,E met een boor Ø10mm en een kunst-
stof deuvel Ø10mm naar deze punten getapt
(Afbeelding 2).
Installeer 2 stuks 5,5x60 montageschroeven op
de punten C en D met een vrije ruimte van 5 mm
tussen de schroefkop en de wand. (Afbeelding 2).
((Afbeelding 2))
Installeer twee ophangplaatjes op de carrosse-
rie van de kap met M5x35 montageschroeven
(Afbeelding 2).
(Afbeelding 3)
Afzuigkap / Gebruikershandleiding
1
2