OBJ_BUCH-420-003.book Page 51 Monday, October 14, 2013 2:59 PM
het elektrische gereedschap wordt gebruikt voor andere toe-
passingen, met verschillende accessoire, met afwijkende in-
zetgereedschappen of onvoldoende onderhoud, kan het tril-
lingsniveau afwijken. Dit kan de trillingsbelasting gedurende
de gehele arbeidsperiode duidelijk verhogen.
Voor een nauwkeurige schatting van de trillingsbelasting
moet ook rekening worden gehouden met de tijd waarin het
gereedschap uitgeschakeld is, of waarin het gereedschap wel
loopt, maar niet werkelijk wordt gebruikt. Dit kan de trillings-
belasting gedurende de gehele arbeidsperiode duidelijk ver-
minderen.
Leg aanvullende veiligheidsmaatregelen ter bescherming van
de bediener tegen het effect van trillingen vast, zoals: Onder-
houd van elektrische gereedschappen en inzetgereedschap-
pen, warm houden van de handen, organisatie van het ar-
beidsproces.
Montage
Trek altijd voor werkzaamheden aan het elektrische
gereedschap de stekker uit het stopcontact.
Luchtslang aansluiten (zie afbeeldingen A1
– Neem de luchtslang 13 uit het toebehorenvak 20.
– Verwijder de beschermdoppen aan beide uiteinden van de
luchtslang.
Aansluiting op het spuitpistool:
– Steek een SDS-sluiting 14 van de luchtslang overeenkom-
stig de pijlmarkering stevig in de aansluiting van het spuit-
pistool 6.
– Draai de SDS-sluiting tot de vergrendeling vastklikt.
Aansluiting van de basiseenheid:
– Steek de tweede SDS-sluiting van de luchtslang overeen-
komstig de pijlmarkering stevig in de aansluiting van de ba-
siseenheid 18.
– Draai de SDS-sluiting tot de vergrendeling vastklikt.
Opmerking: Bescherm de uiteinden van de slang na gebruik
weer met de beschermdoppen.
Gebruik
Werkvoorbereiding
Spuitwerkzaamheden langs oppervlaktewater of in de
directe omgeving daarvan zijn niet toegestaan.
Let er bij aankoop van verf, lak en spuitmiddelen op dat deze
niet schadelijk voor het milieu zijn.
Spuitoppervlak voorbereiden
Opmerking: Dek de omgeving van het spuitoppervlak zeer
ruim en grondig af.
Door de spuitnevel wordt de omgeving vuil. Bij toepassing
binnenshuis kunnen alle niet afgedekte oppervlakken vuil
worden.
Het spuitoppervlak moet schoon, droog en vetvrij zijn.
– Ruw gladde oppervlakken op en verwijder vervolgens het
schuurstof.
Bosch Power Tools
Geschikte spuitmaterialen en geadviseerde verdunningen
Let er bij het verdunnen op dat spuitmateriaal en ver-
dunning bij elkaar passen. Bij gebruik van een verkeerde
verdunner kunnen klonters ontstaan die het spuitpistool
verstoppen.
Spuitmateriaal
Beitsen, oliën, lazuurverf, impregnerin-
gen, roestwerende grondverf
Water, afweekmiddel
Met oplosmiddelen of water verdunbare
lakverf, grondverf, radiatorlak, autolak,
dikke lazuurverf
Het gereedschap is niet geschikt voor het verwerken van dis-
persieverf (muurverf).
Neem ook de gebruiksvoorschriften van de fabrikanten van
de spuitmaterialen in acht.
Spuitmateriaal verdunnen
Ga als volgt te werk bij spuitmateriaal dat verdund moet worden:
A2)
–
– Neem de maatbeker 22.
– Roer het spuitmateriaal goed door.
– Vul het reservoir voor spuitmateriaal 8 met voldoende
spuitmateriaal. (zie „Vullen met spuitmateriaal", pagina
51)
– Verdun het spuitmateriaal met 10 % met verdunningsmid-
del. Bijvoorbeeld:
Spuitmateriaal
beginhoeveelheid [ml]
Verdunningsmiddel [ml]
– Roer het spuitmateriaal goed door.
– Spuit bij wijze van proef op een testoppervlak. (zie „Spui-
ten", pagina 52)
Als u een optimaal spuitbeeld krijgt, kan het spuiten beginnen.
of
Als het spuitresultaat niet naar tevredenheid is of als er geen
verf naar buiten komt, gaat u te werk zoals beschreven onder
„Storingen verhelpen" op pagina 54.
Vullen met spuitmateriaal (zie afbeeldingen C1 –C2)
Trek altijd voor werkzaamheden aan het elektrische
gereedschap de stekker uit het stopcontact.
– Schroef het reservoir 8 van het spuitpistool los.
– Draai de stijgbuis 10 zodanig dat het spuitmateriaal vrijwel
zonder rest kan worden verspoten:
voor spuitwerkzaamheden
aan liggende voorwerpen
voor spuitwerkzaamheden
boven het hoofd
– Vul het reservoir met spuitmateriaal en schroef het vast op
het spuitpistool.
Nederlands | 51
Geadviseerde
verdunning
onverdund
onverdund
Minstens 10 % ver-
dund
200
300 400 500
20
30
40
50
naar voren in de richting
van de sproeier
naar achteren in de rich-
ting van de handgreep
1 609 92A 0BR | (14.10.13)