BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
Controleer altijd of het gereedschap
is uitgeschakeld en de stekker ervan uit het stop-
contact is verwijderd alvorens de functies op het
gereedschap te controleren of af te stellen.
Het uitstekende deel van het
kantenfreesbit afstellen
Om het uitstekende deel van het bit af te stellen, draait
u de klemschroef los en beweegt u de voet van het
gereedschap naar wens omhoog of omlaag door de
stelschroef te draaien. Na het afstellen, draait u de
klemschroef stevig vast om de voet van het gereed-
schap vast te zetten.
► Fig.1: 1. Voet van het gereedschap
2. Schaalverdeling 3. Uitstekend deel van het
bit 4. Klemschroef 5. Stelschroef
De hoek van de voet van het
gereedschap afstellen
Draai de vleugelbouten los en stel de hoek van de voet
van het gereedschap af (5° per schaalverdeling) om de
gewenste freeshoek te verkrijgen.
► Fig.2: 1. Vleugelbout 2. Schaalverdeling
3. Vleugelmoer 4. Kantenfreesschoen
5. Mate van afschuining 6. Voet van het
gereedschap
De mate van afschuining instellen
LET OP:
Terwijl het gereedschap is losgekop-
peld van de voeding en de schakelaar in de stand
"O" (uit) staat, draait u de spankopmoer op het
gereedschap meerdere keren om er zeker van te
zijn dat het kantenfreesbit vrij kan draaien en deze
de voet van het gereedschap of de kantenfrees-
schoen op geen enkel moment raakt.
Om de mate van afschuining in te stellen, draait u de
vleugelmoeren los en stelt u de kantenfreesschoen af.
In- en uitschakelen
LET OP:
Zorg er voor dat het gereedschap is
uitgeschakeld, voordat u de stekker in het stop-
contact steekt.
Om het gereedschap in te schakelen, zet u de aan-uit-
schakelaar in de stand I. Om het gereedschap uit te
schakelen, zet u de aan-uitschakelaar in de stand O.
► Fig.3: 1. Aan-uitschakelaar
Elektronische functies
Het gereedschap is uitgerust met elektronische functies
voor een eenvoudige bediening.
Indicatorlampje
► Fig.4: 1. Indicatorlampje
Het indicatorlampje brandt groen wanneer de stekker
van het gereedschap in het stopcontact zit. Als het indi-
catorlampje niet brandt, kan het netsnoer of de regelaar
stuk zijn. Als het indicatorlampje brandt, maar het
gereedschap niet start ondanks dat het gereedschap
ingeschakeld is, kunnen de koolborstels versleten zijn,
of kan de regelaar, de motor of de aan-uitschakelaar
kapot zijn.
Beveiliging tegen onbedoeld
inschakelen
Het gereedschap kan niet worden ingeschakeld, ter-
wijl de aan-uitschakelaar in de stand "I" (aan) staat,
zelfs niet wanneer het gereedschap van stroom wordt
voorzien.
Op dat moment knippert het indicatorlampje rood en
geeft aan dat de beveiligingsfunctie tegen onbedoeld
herstarten in werking is getreden.
Om de beveiliging tegen onbedoeld inschakelen te
deactiveren, zet u de aan-uitschakelaar terug in de
stand "O" (uit).
Zachte-startfunctie
De functie zachte-start minimaliseert de startschok en
laat het gereedschap geleidelijk opstarten.
MONTAGE
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en dat zijn stekker uit het stop-
contact is verwijderd alvorens enig werk aan het
gereedschap uit te voeren.
Een kantenfreesbit aanbrengen en
verwijderen
LET OP:
Draai de spankopmoer niet vast zon-
der dat een kantenfreesbit is aangebracht omdat
anders de spankegel zal breken.
LET OP:
Gebruik uitsluitend de sleutels die bij
het gereedschap werden geleverd.
Steek het kantenfreesbit helemaal in de spankegel
en draai de spankopmoer stevig vast met behulp van
de twee sleutels. Om het bit te verwijderen, volgt u
de procedure voor het aanbrengen in de omgekeerde
volgorde.
► Fig.5: 1. Losdraaien 2. Vastdraaien 3. Vasthouden
32 NEDERLANDS