Inschakelen:
Inschakelblokkering [1-4] bedienen.
Aan/uit-schakelaar [1-5] indrukken en inge-
drukt houden.
De aan/uit-schakelaar kan niet worden ver-
grendeld.
Uitschakelen:
Aan/uit-schakelaar [1-5] loslaten.
6.2
Regelelektronica
Aanloopstroombegrenzing
De elektronisch geregelde zachte aanloop zorgt
voor een schokvrije aanloop van de machine.
Daardoor wordt tegelijkertijd een uitsproeien van
het te roeren materiaal uit het mengvat verhin-
derd. Door de geringe aanloopstroom van de ma-
chine is een zekering van 16 A voldoende.
Verlaagd onbelast toerental
De electronic verlaagt het toerental van de ma-
chine bij onbelast lopen. Daardoor onstaat minder
geluid en minder slijtage van motor en transmis-
sie.
Elektronische toerentalvoorkeuze
Met behulp van de toerentalregelaar [1-8] kan
men het toerental instellen.
Het toerental kan ingesteld worden afhankelijk
van de gebruikte roerstaaf en het te bewerken
materiaal.
Overbelastingsbeveiliging
Bij extreme overbelasting van het toestel beveiligt
een elektronische overbelastinsgbeveiliging de
motor tegen beschadiging.
In dit geval blijft de motor staan en loopt pas na
ontlasting opnieuw. Voor de opnieuw inbedrijfne-
ming dient men het toestel opnieuw in te scha-
kelen.
Constant-Electronic
De Constant-Electronic houdt het toerental onder
belasting nagenoeg constant; Dit waarborgt een
gelijkmatig mengen van het materiaal.
Thermische beveiliging
Ter bescherming tegen oververhitting bij extreme
continubelasting schakelt de beveiligingelektroni-
ca de motor uit bij het bereiken van een kritische
temperatuur.
Na een afkoelingstijd van ca. 3–5 min. is de ma-
chine weer gereed voor gebruik en volledig be-
lastbaar.
Bij een bedrijfswarme machine reageert de ther-
mische beveiliging eerder.
6.3
Versnellings keuzeschakelaar
Met de versnellings keuzeschakelaar [1-7] kun-
nen twee toerentalbereiken worden gezoken:
1ste versnelling
100 – 250 min
–1
De versnellingen kunnen bij lopende machine
omgeschakeld worden. Dit mag echter niet ge-
beuren bij volle belasting.
6.4
Extra handgreep
Gebruik om veiligheidsredenen altijd de extra
handgreep [1-6].
6.5
Stationair inzetten
De roerinstallatie kan aan de spanhals
in de Festool mengstaander MS 57 gespannen
worden.
7
Montage van het menggereedschap
Gebruik alleen toebehoren tot de voorge-
schreven diameter.
Haal vóór alle werkzaamheden aan de
machine altijd de stekker uit het stopcon-
tact.
De machine is voorzien van een snelwisselsys-
teem voor de montage van het menggereedschap.
Bestrijk voor het eerste gebruik van de
machine de gereedschapopnamen [1-2]
met een beetje universeel vet (in de han-
del verkrijgbaar toebehoren.
De menggereedschappen zijn voor een beter on-
derscheid met kleuren gemarkeerd. De linkse
gereedschapopname en het bijbehorende linkse
menggereedschap zijn met een groen ring ge-
markeerd.
Montage:
Steek het voor de desbetreffende zijde be-
doelde menggereedschap [1-1] op de juiste
gereedschapopname [1-2].
Stel daarvoor de groen punt op de bescherm-
manchet van het menggereed- schap in op de
geveerde blokkeerstift [1-3].
Vervolgens wordt het menggereedschap opge-
schoven en door de blokkeerstift automatisch
vergrendeld.
Demontage:
Door stevig drukken op de groen gemarkeerde
punt van de beschermmanchet wordt de vergren-
deling geopend en kan het menggereedschap [1-
1] worden losgetrokken.
28
2de versnelling
130 – 350 min
–1
57 mm