Veiligheidsvoorschriften
t^^op`ertfkd>
iÉÉë=~ääÉ=îÉáäáÖÜÉáÇëîççêëÅÜêáÑíÉå=Éå=~~åJ
ïáàòáåÖÉåK=^äë=ÇÉ=îÉáäáÖÜÉáÇëîççêëÅÜêáÑíÉå=
Éå ~~åïáàòáåÖÉå=åáÉí=áå=~ÅÜí=ïçêÇÉå=ÖÉåçãÉåI=
â~å=Çáí=ÉÉå=ÉäÉâíêáëÅÜÉ=ëÅÜçâI=Äê~åÇ=
ÉåLçÑ=ÉêåëíáÖ=äÉíëÉä=íçí=ÖÉîçäÖ=ÜÉÄÄÉåK=
_Éï~~ê=~ääÉ=îÉáäáÖÜÉáÇëîççêëÅÜêáÑíÉå=Éå=
~~åïáàòáåÖÉå=îççê=ÇÉ=íçÉâçãëíK
Gebruik altijd de bij het elektrische
gereedschap meegeleverde bescherm-
kap. De beschermkap moet stevig op het
elektrische gereedschap zijn aangebracht
en zodanig zijn ingesteld dat een maxi-
mum aan veiligheid wordt bereikt.
Dat wil zeggen dat het kleinst mogelijke
deel van het inzetgereedschap open naar
de bediener wijst. Blijf buiten het rotatie-
vlak van het ronddraaiende inzetgereed-
schap en houd andere personen uit
de buurt.
De beschermkap moet de bediener be-
schermen tegen brokstukken en toevallig
contact met het inzetgereedschap.
Gebruik uitsluitend diamantdoorslijp-
schijven die door de fabrikant speciaal
voor dit elektrische gereedschap zijn
voorzien en geadviseerd.
Het feit dat u het toebehoren aan het
elektrische gereedschap kunt bevestigen,
waarborgt nog geen veilig gebruik.
Het toegestane toerental van de doorslijp-
schijf moet minstens even hoog zijn
als het maximale toerental dat op het
elektrische gereedschap vermeld staat.
Toebehoren dat sneller draait dan toege-
staan, kan onherstelbaar beschadigd
worden en wegvliegen.
Doorslijpschijven mogen alleen worden
gebruikt voor de geadviseerde toepas-
singsmogelijkheden. Bijvoorbeeld: slijp
nooit met het zijvlak van een diamant-
doorslijpschijf.
Diamantdoorslijpschijven zijn bestemd voor
perifeer slijpen. Zijwaartse krachtinwerking
op deze inzetgereedschappen kan deze
breken.
Gebruik altijd onbeschadigde spanflen-
zen in de juiste maat en vorm voor het
door u gekozen inzetgereedschap.
82
Geschikte flenzen steunen de inzetgereed-
schappen en verminderen zo het gevaar
van een breuk.
Gebruik geen versleten doorslijpschijven
van grotere elektrische gereedschappen.
Inzetgereedschappen voor grotere elek-
trische gereedschappen zijn niet gecon-
strueerd voor de hogere toerentallen van
kleinere elektrische gereedschappen
en kunnen breken.
De buitendiameter en de dikte van het
inzetgereedschap moeten overeenkomen
met de maatgegevens van het elektrische
gereedschap.
Inzetgereedschappen met onjuiste afme-
tingen kunnen niet voldoende afgeschermd
of gecontroleerd worden.
De boorgaten van de doorslijpschijven
en spanflenzen moeten nauwkeurig
op de uitgaande as van het elektrische
gereedschap passen.
Inzetgereedschappen die niet nauwkeurig
op de uitgaande as van het elektrische
gereedschap passen, draaien ongelijkmatig,
trillen sterk en kunnen tot het verlies van de
controle leiden.
Gebruik geen beschadigde inzetgereed-
schappen. Controleer voor elk gebruik
de inzetgereedschappen op afsplinte-
ringen en scheuren. Als het elektrische
gereedschap of het inzetgereedschap
valt, dient u te controleren of het bescha-
digd is, of gebruik een onbeschadigd
inzetgereedschap. Als u het inzetgereed-
schap hebt gecontroleerd en ingezet, laat
u de machine een minuut lang met het
maximale toerental lopen.
Daarbij dient u en dienen andere perso-
nen uit de buurt van het rotatievlak van
het inzetgereedschap te blijven.
Beschadigde inzetgereedschappen breken
meestal gedurende deze testtijd.
Draag persoonlijke beschermende uitrus-
ting. Gebruik afhankelijk van de toepas-
sing een volledige gezichtsbescherming,
oogbescherming of veiligheidsbril.
Draag indien van toepassing een stof-
masker, een gehoorbescherming, werk-
handschoenen of een speciaal schort
dat kleine slijp- en metaaldeeltjes tegen-
houdt.
CS 60 WET/CSW 4161