9. Opsporen van storingen
Waarschuwing
Verwijder de zekering, haal de stekker uit het stopcontact of schakel de voedingspanning uit.
Zorg dat de voedingspanning niet per ongeluk kan worden ingeschakeld.
Er mogen geen onderdelen meer draaien.
Het product mag alleen worden geserviced door getraind servicepersoneel.
Zie ook paragraaf 7.4 Service-instructies.
Storing
1.
De motor schakelt niet
in wanneer het niveau
in de tank het
inschakelniveau
bereikt.
2.
Motor bromt maar
draait niet.
3.
Motor draait continu of
met onregelmatige
tussenpozen.
4.
Motor draait maar
levert geen water.
5.
De opvoerinstallatie
werkt langzaam.
6.
Ratelend geluid in de
opvoerinstallatie, maar
water wordt verpompt.
7.
Stank vanuit de tank.
106
Oorzaak
a)
Geen voedingspanning.
b)
Zekering is doorgebrand.
Als nieuwe zekeringen direct
weer doorbranden, is de kabel
of de motor defect.
c)
Waaier/versnijder zit vast.
Thermische schakelaar heeft
het systeem uitgeschakeld.
d)
Leiding van de drukschakelaar
geblokkeerd.
a)
Waaier/versnijder zit vast.
b)
Motor of condensator is defect.
c)
Bedieningspaneel defect.
a)
Water lekt van de
instroomopening naar de tank.
b)
Water lekt vanuit de persleiding
terug naar de tank.
c)
Drukschakelaar defect.
a)
Pomp of tank is geblokkeerd.
b)
Luchtinsluiting in de pomp, of
geblokkeerde
ontluchtingsopening in het
pomphuis.
c)
Persopening of -leiding geblok-
keerd.
a)
De persleiding is te lang of
heeft te veel bochten.
b)
Het pomphuis lekt.
c)
Hydraulica of versnijder
geblokkeerd.
a)
Vreemd voorwerp raakt de
waaier/versnijder.
a)
Koolfilter is vervuild.
Oplossing
Herstel de voedingspanning.
Vervang de zekering.
Meet de kabel en de motor door. Als de
kabel of de motor defect is, vervang dan
de defecte onderdelen.
Maak de waaier/versnijder vrij, en wacht
tot de motor is afgekoeld en de
thermische schakelaar is gereset.
Verwijder de drukschakelaar en reinig de
leiding.
Maak de waaier/versnijder vrij en
controleer dat deze vrij kan draaien.
Vervang de motor of de condensator.
Vervang het bedieningspaneel.
Controleer op lekkende toepassingen.
Controleer de terugslagklep.
Vervang de drukschakelaar.
Verwijder de blokkade.
Controleer de werking van de
ontluchtingsklep in de tank.
Controleer dat het koolfilter niet nat is.
Controleer dat de ontluchtingsopening in
het pomphuis niet geblokkeerd is.
Verwijder de blokkade.
Controleer de terugslagklep.
Vergroot de diameter van de persleiding.
Verander het leidingwerk om het aantal
bochten te verminderen.
Werk scherpe bochten om tot flauwe
bochten.
Vervang het pomphuis
(service-onderdeel).
Controleer en reinig de hydraulica en de
versnijder.
Verwijder het vreemde voorwerp.
Vervang het koolfilter.