nl
50
Hand- en armtrillingen
Het in deze gebruiksaanwijzing vermelde trillingsniveau
is gemeten met een volgens EN 62841 genormeerde
meetmethode en kan worden gebruikt om elektrische
gereedschappen met elkaar te vergelijken. Deze is ook
geschikt voor een voorlopige inschatting van de tril-
lingsbelasting.
Het aangegeven trillingsniveau representeert de hoofd-
zakelijke toepassingen van het elektrische gereedschap.
Als echter het elektrische gereedschap wordt gebruikt
voor andere toepassingen, met afwijkende inzetgereed-
schappen of onvoldoende onderhoud, kan het trillings-
niveau afwijken. Dit kan de trillingsbelasting gedurende
de gehele arbeidsperiode duidelijk verhogen.
Voor een nauwkeurige schatting van de trillingsbelas-
ting moet ook rekening worden gehouden met de tijd
waarin het gereedschap uitgeschakeld is, of waarin het
gereedschap wel loopt, maar niet werkelijk wordt
gebruikt. Dit kan de trillingsbelasting gedurende de
gehele arbeidsperiode duidelijk verminderen.
Leg extra veiligheidsmaatregelen ter bescherming van
de bediener tegen het effect van trillingen vast, zoals:
onderhoud van elektrische gereedschappen en inzetge-
reedschappen, warm houden van de handen, organisa-
tie van het arbeidsproces.
Emissiewaarden voor trillingen
Bepaald bij een 45° afschuining.
Gebruikt materiaal: S235JR, materiaaldikte: 30 mm
bewerkingsproces
1. bewerkingsstap (c = 3 mm)
2. bewerkingsstap (c = 5 mm)
K
* Deze meetwaarde is afhankelijk van het materiaal en de toe-
passing en kan daardoor ook worden overschreden.
Omgang met gevaarlijke stoffen
Bij werkzaamheden voor materiaalafname met dit
gereedschap ontstaat stof dat gevaarlijk kan zijn.
Aanraken of inademen van sommige soorten stof, bij-
voorbeeld van asbest en asbesthoudende materialen,
loodhoudende verf, metaal, sommige houtsoorten,
mineralen, silicaatdeeltjes van steenhoudende materia-
len, verfoplosmiddelen, houtbeschermingsmiddelen en
aangroeiwering voor watervoertuigen kan bij personen
allergische reacties, ademwegziekten, kanker en/of
voortplantingsdefecten tot gevolg hebben. Het risico
door de inademing van stof is afhankelijk van de bloot-
stelling. Gebruik een op de vrijkomende stofsoort afge-
stemde afzuiging en persoonlijke veiligheidsuitrusting
en zorg voor een goede ventilatie van de werkplek. Laat
de bewerking van asbesthoudend materiaal over aan
een vakman.
Houtstof en lichtmetaalstof, hete mengsels van schuur-
stof en chemische stoffen kunnen onder ongunstige
omstandigheden zelf tot ontsteking komen of een
explosie veroorzaken. Voorkom wegvliegende vonken
in de richting van het stofreservoir en oververhitting
van het elektrische gereedschap en het schuurmateriaal.
Maak het stofreservoir op tijd leeg. Neem de bewer-
kingsvoorschriften van de fabrikant van het materiaal en
de in uw land geldige voorschriften voor de te bewer-
ken materialen in acht.
Bedieningsvoorschriften.
Beweeg het elektrische gereedschap alleen inge-
schakeld naar het werkstuk toe. Anders kunnen
werkstuk en inzetgereedschappen beschadigd raken.
Tijdens de bewerking moet het steunwiel steeds tegen
het werkstuk liggen.
Verwijder het ingeschakelde elektrische gereed-
schap eerst van het werkstuk en schakel het ver-
volgens uit. Anders kunnen werkstuk en
inzetgereedschappen beschadigd raken.
Als de trillingen van het elektrische gereedschap
duidelijk toenemen, controleert u de instellings-
parameters voor het inzetmateriaal en de toestand van
het inzetgereedschap.
handen en kleding met spanen. Probeer niet om het
inzetgereedschap te verwijderen terwijl het nog draait.
Dit kan ernstig letsel veroorzaken.
de scherpe randen van de freeskop niet aan.
Gewogen
het gebruik heet worden. Laat het inzetgereedschap
versnelling*
afkoelen:
2
4,0 m/s
– na het neerleggen van het elektrische gereedschap
2
– voor het wisselen van inzetgereedschap.
4,6 m/s
2
Draai of keer indien nodig de achtvoudig inzetbare snij-
1,5 m/s
platen. Let erop dat freeskop, steunwiel en snijplaten
afhankelijk van de toepassing kunnen verschillen.
Gebruik hiervoor alleen voor de toepassing toegestaan
toebehoren.
Let er bij het afschuinen en bij radiusbewerkingen op
dat afhankelijk van het materiaal de juiste toerentalstand
is ingesteld.
Door middel van branden, plasmasnijden of lasersnij-
den kunnen verschillende materialen aan de randen
worden gehard. Daardoor kunnen grote verschillen
met de aangegeven richtwaarden optreden.
Afschuinhoogte instellen (zie pagina 10/11)
Gebruik afschuinsnijplaten. Deze zijn verkrijgbaar als
toebehoren. Stel de afschuinhoogte „a" in met de
instelmaat op de steunschijf. Vervaardig een proefstuk.
Aangezien de schaal een tolerantie heeft van ongeveer
± 1 mm (ongeveer 1/32''), kan het nodig zijn de schaal
bij te stellen. De bijstelling vindt plaats met behulp van
Letselgevaar door spanen.
Voorkom aanraking van uw
Letselgevaar door scherpe
randen van de freeskop. Raak
Verbrandingsgevaar. Het
inzetgereedschap kan tijdens
c
a