- Inschakelknop (19a) indrukken en vasthouden.
De omschakelen van de draairichting met de schakelaar (21) kan alleen plaatsvinden als de machine
uitgeschakeld is.
7. Instelling van het snijmechanisme (Fig 16 & 17)
Het snijmechanisme is in de fabriek geijkt en hoeft bij de eerste ingebruikneming niet te worden ingesteld.
Een nieuwe instelling is alleen vereist als het hakselmateriaal niet meer zuiver of helemaal niet meer wordt
doorgesneden.
- Schakelaar (21) voor het omschakelen van de draairichting van het snijmechanisme op stand (21b) zetten.
- Schakel het apparaat in.
- Stelknop (8) voor de instelling van het snijmechanisme met de wijzers van de klok draaien tot slijpgeluiden
hoorbaar zijn en fijne aluminiumspanen uit de uitwerpschacht vallen.
- Machine uitschakelen.
WAARSCHUWING!
Ter bescherming tegen letsel altijd vóór werkzaamheden aan deze machine (bijv. onderhouds- en
instelwerkzaamheden- en transporteren)
- De motor uitschakelen.
- Wachten tot alle bewegende delen volledig tot stilstand gekomen zijn.
- De stekker uit het stopcontact trekken.
- Motor laten afkoelen (ca. 30 minuten).
- Bij onderhoud van de messen moet men bedenken dat het apparaat nog kan lopen zelfs indien de motor is
uitgeschakeld. Beschermhandschoenen dragen!
1. Reinigen
- De machine niet met water afspuiten. Anders kunnen elektrische delen beschadigd raken.
- Reinig de machine na elk gebruik. Een niet-gereinigde machine veroorzaakt materiaalschade en
functiestoringen.
- Het apparaat zorgvuldig behandelen en regelmatig reinigen om de levensduur te vergroten.
- De luchtspleet schoon en stofvrij houden.
- Gebruik voor het reinigen van het gereedschap een vochtige doek en een zachte borstel.
- Het snij- en uitwerpgedeelte reinigen van alle voorwerpen die het snijmechanisme zouden kunnen blokkeren.
2. Transporteren
- Vóór het omhoog bewegen of dragen van de machine de stekker uit het stopcontact trekken.
- Om de machine over oppervlakken te bewegen eerst de motor stoppen.
- Machine aan de greep (5) van de vultrechter vastpakken en naar achteren kantelen.
- Machine voorzichtig trekken.
3. Opbergen
- Zet de machine weg met een afgekoelde motor en alleen in een schone en droge ruimte.
- Bescherm de machine altijd tegen roest als u de machine langdurig opbergt (langer dan een maand).
- Machine reinigen.
- Alle metalen onderdelen ter bescherming tegen roest afvegen met een lap met olie (zonder hars) of met oliespray
inspuiten.
NL
ONDERHOUD
31