B escherm de platenwarmtewisselaar en ventilator tegen vervuiling. Omwikkel de
warmtepomp niet met plastic of ander materiaal dat warmte en/of vocht kan
vasthouden in het apparaat.
Inbedrijfstelling
De volgende instructies moeten worden opgevolgd bij inbedrijfstelling van de
warmtepomp:
V erwijder de beschermingen tegen de winter
V ul het watersysteem van de warmtepomp via de afsluiter
C ontroleer de chemi
onderneem de nodige acties.
S chakel de netvoeding weer in via de zekeringautomaat en/of hoofdschakelaar
7. ALGEMENE INSTRUCTIES
Het verzamelen van herbruikbaar materiaal, zowel van de verpakking (karton,
plastic, etc.) en materialen die vervangen zijn tijdens preventief en extra onderhoud
wordt aangeraden. Het op de juiste wijze verzamelen van afvalmateriaal voor
recycling, verwerking en milieuvriendelijke afvoer, draagt bij aan het voorkomen
van negatieve invloed op het milieu en de gezondheid en bevordert het hergebruik
en/of de recycling van materialen van het apparaat.
Onjuist afvoeren van afval door de gebruiker kan strafbaar zijn op basis van lokale
wetgeving.
Warmtepomp buiten werking stellen.
Als de eenheid het einde van z'n levensduur bereikt en moet worden verwijderd
15
Belangrijk!:
Schroef de verbindingskoppeling van de toevoerslang
los en laat het water uit het apparaat lopen.
Als er in de winter water in het apparaat zit dat
bevriest, kan dit schade veroorzaken aan de titanium
wisselaar
sche samenstelling van het water,