INSTALLATIE
CN3
CN4
1
2
3
4 5 6
CN6
M4
Ps
F
Aansluiting sonde
− Laat de sondekabel(S1) door de kabelklemmen (F) en
de kabeldoorgangen(Ps) lopen en verbind deze met het
klemmenbord M4 van de zonneregelaar (aansluitklem
S1). Raadpleeg hierbij de specifieke handleiding van de
betreffende regelaar.
Indien het tijdens de verbinding nodig zou blijken om de lengte
van de sondekabels te verlengen, houd dan rekening met de
volgende opmerkingen:
− Vermijd uitdrukkelijk om de sondekabels samen te in-
stalleren met spanningskabels en/of AC-kabels
− Vermijd uitdrukkelijk dat de kabels bij sterke magnetisch
velden geplaatst worden
− Leg de kabels zo recht mogelijk, fixeer en isoleer ade-
quaat waar nodig
− Gebruik getwiste en afgeschermde kabels
− Gebruik kabels met een sectie groter dan 0,5 mm
Voedingsaansluitingen regelaar
− Laat de voedingskabel in de goot(C) door de kabelklem-
men (F) en de kabeldoorgangen(Pa) lopen en verbind
deze met het klemmenbord M1 van de zonneregelaar
(aansluitklemmen L-N-GND). Raadpleeg hierbij de spe-
cifieke handleiding van de betreffende regelaar.
Voltooi de elektrische verbindingen, blokkeer de kabels met de
meegeleverde kabelbinders, plaats de afdekking van de rege-
laar en de beschermende huls van het zonnestation terug.
Psc
C
M1
Psr
Pa
17 REINIGING VAN DE INSTALLATIE
Alvorens de installatie te vullen met het mengsel van water en
glycol, is het nodig om de binnenkant van de leidingen van het
zonnecircuit te reinigen om eventuele fabricageresten en vuil te
verwijderen.
Ga hiervoor als volgt te werk:
− Draai de handgreep van de klep (VR) rechtsom
− Open de kranen (A) en (B) op de retourleiding
− Vul met water via kraan (B) en wacht tot het water uit
kraan (A) loopt
− Laat het water gedurende minstens 30 seconden weg-
lopen
− Draai de handgreep van de klep (VR) linksom
− Sluit de kranen (A) en (B).
9
Let er tijdens het reinigen van de installatie op dat er geen
water uit de kranen lekt: dit kan leiden tot de vorming van
damp wat een risico op brandwonden met zich meebrengt.
Gebruik adequate persoonlijke beschermingsmiddelen.
90°
0°
VM
2
67
Stand van de handgreep van
klep VM - VR
Stroming
geblokkeerd
Stroming in
één richting
(functie
0°
terugslagklep)
INSTALLATIE
90°
VR
VR
A
B