6. Stop hiermee zodra u ziet dat er koel-
middel uitkomt en breng opnieuw de
moer van de servicepoort aan.
7. Zet de twee kleppen, zowel de gas- als
de vloeistofklep, helemaal open (Afb.
16).
8. Draai de moeren van de kleppen aan.
9. Controleer met vloeibare zeep of een
lekdetector het hele circuit op mogelijke
lekken.
SERVICEKLEP
GASKLEP
VLOEISTOFKLEP
DRUK-
SCHROEF
Fig. 16
Vacuüm van het circuit
Het wordt aanbevolen voor een goede wer-
king om het circuit onder vacuüm zetten.
Hierdoor worden eventuele gasresten en
vocht uit het circuit verwijderd. Zie afb. 17.
MANOMETER
MOER
VACUÜMPOMP
VLOEISTO-
GASLEIDING
FLEIDING
Fig. 17
60
All manuals and user guides at all-guides.com
Elektrische aansluiting
(1) Lees het typeplaatje aandachtig door.
Maak de aansluiting overeenkomstig het
schakelschema aan de binnenzijde van
het toestel.
(2) Er dient een schakelaar geïnstalleerd te
worden waarmee het hele toestel uitge-
schakeld kan worden.
(3) Sluit de aarde aan.
(4) De elektrische bekabeling dient door
deskundig personeel in overeenkomstig
het schakelschema uitgevoerd te worden.
Een verkeerde aansluiting kan brand of
elektrische schokken veroorzaken.
Aansluiting van de stroom-
voorziening
(1) Verwijder het frontpaneel (Afb. 18).
(2) Maak de kabeldoorvoer gereed en be-
scherm deze met een rubber bescherming.
(3) Voer alle kabels door de bescherming.
(4) Sluit de buitenunit overeenkomstig het
schakelschema aan.
(5) Zet de kabels met beugels of kabel-
klemmen vast.
Let op
(1) Zet de aardaansluiting stevig vast.
(2) Zet de kabels stevig vast.
(3) Forceer de stekers niet.
(4) Aansluiting stroomvoorziening:
* Toestellen enkel koeling: - Sluit de
slang met 3 kabels op de aansluit-
klemmen L, N1 en aarde aan.
- Sluit de slang met 5 kabels op de
aansluitklemmen L1, L2, L3, N en
aarde aan.
* Toestel koeling/verwarming: - Sluit de
slang met 5 kabels op de aansluit-
klemmen L1, L2, L3, N en aarde aan.
(5) Sluit de overige kabels correct aan.
- Trek niet aan de kabel wanneer deze
met beugels of kabelklemmen vast-
gezet moet worden.
- Laat de kabel niet al te los in de
buitenunit hangen.
Kabeldoorsnede DFK en DBK
Maten
Stroomtoevoer
Vermogen
Onderlinge
aansluiting
Regeling
Zekering
NL
3 KABELS
LICHTNET
DFO 100, 120
L1 L2 L3 N
5 KABELS
LICHTNET
FRONTPANEEL
DFK, DFO
DFK, DFO
75
100, 120
mm
2
3 x 2,5
3 x 2,5
2
mm
3 x 1,5
3 x 1,5
6 x 1,5
9 x 1,5
mm
2
16
16
A
DFO, DBO 75
L
N
L1 N1
3 KABELS
BINNENUNIT
DBO 100, 120
L N
L1 L2 L3 N
3 KABELS
5 KABELS
BINNENUNIT
LICHTNET
ELEKTRISCHE AANSLUITING
ELEKTRICHE
AANSLUITING
ZIJPANEEL
KABELK-
KLEMMEN
KABEL-
DOORVOER
KABELS
Fig. 18
DBK, DBO
DBK, DBO
75
100, 120
5 x 2,5
5 x 2,5
3 x 1,5
-
8 x 1,5
11 x 1,5
10
10