NEDERLANDS
Het controlelampje gaat branden als een of
beide kookzones worden ingeschakeld, en
blijft branden tot de kookzones worden uitge-
schakeld. Zodra u de kookplaat inschakelt
klinkt er een geluidssignaal dat aangeeft dat
het apparaat correct werkt.
Dagelijks gebruik
Plaats geschikt kookgerei op de kookzo-
ne voordat u deze inschakelt of onmid-
dellijk na het inschakelen.
De temperatuurinstelling aanpassen
Draai rechtsom om te verhogen
Draai de knop op stand
Voordat u de kookzone weer kunt ge-
bruiken moet u de bedieningsknop eerst
op de uitstand zetten.
Automatische uitschakeling.
Als een van de kookzones ingeschakeld wordt
zonder een geschikte pan op de betreffende
zone, wordt de zone na enkele minuten auto-
matisch uitgeschakeld. Als een van de kook-
zones na een bepaalde tijd niet wordt uitge-
schakeld of als de temperatuur niet wordt ge-
wijzigd, wordt de betreffende zone automa-
tisch uitgeschakeld. Voordat u de kookzone
weer kunt gebruiken moet u de bedienings-
knop eerst op de uitstand zetten.
Nuttige aanwijzingen en tips
Kookgerei is geschikt voor inductiekook-
zones als dit door de fabrikant als zo-
dandig wordt aangegeven.
Bepaald kookgerei kan lawaai maken als
het gebruikt wordt op inductiekookzones.
Dit lawaai is geen storing van het apparaat en
heeft geen invloed op de werking.
Draai linksom om te verlagen
Restwarmte
Waarschuwing! Verbrandingsgevaar
door restwarmte! Nadat u het apparaat
heeft uitgeschakeld, duurt het even voordat de
kookzones zijn afgekoeld.
Functie
om de kookplaat uit te schakelen
Tempera-
tuurinstel-
ling
1-2
3-4
5
6-9
Afmeting kookgerei
Inductiekookzones passen zich tot op zekere
hoogte automatisch aan de afmeting van de
bodem van het kookgerei aan. Het magneti-
sche deel van de bodem van het kookgerei
moet echter een minimale diameter hebben,
afhankelijk van de grootte van de kookzone.
Automatische uitschakeling
na
6 uur
5 uur
4 uur
1,5 uur
34
Knop-
instel-
ling
1 - 9
9 - 1