90
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
NL
D) ONDERHOUD EN OPSLAG
1. Zorg dat alle schroefbouten en schroeven
goed vast zijn aangedraaid om voor veilige
gebruiksomstandigheden te zorgen. Regelmatig
onderhoud is van essentieel belang voor de vei-
ligheid en voor een optimaal blijvend prestatieni-
veau.
2. Gebruik de machine nooit als er onderdelen
beschadigd of versleten zijn.
Onderdelen dienen vervangen en niet gerepa-
reerd te worden.
De trimelementen moeten altijd het merk van de
fabrikant hebben evenals een verwijzing naar de
maximale gebruikssnelheid.
3. Draag altijd dikke handschoenen als u het
trimelement demonteert of monteert.
4. Plaats de grasmaaier met brandstof in de
tank nooit in een ruimte waar de benzinedampen
in contact zouden kunnen komen met vlammen,
vonken of een uitermate hete warmtebron.
5. Zet de grasmaaier weg in een schone en
droge ruimte, buiten het bereik van kinderen.
6. Laat de motor eerst afkoelen voordat u de
machine wegzet.
7. Om het brandrisico te verminderen, dient u
bladeren stukjes gras en overbodige olie van de
grasmaaier te verwijderen, met name van de
motor, de koelribben daarvan, de uitlaatpijp,
evenals de brandstoftank.
8. Als de brandstoftank geleegd moet worden,
dient u dit in de open lucht te doen en moet de
motor afgekoeld zijn.
9. Voeg geen enkel machineonderdeel toe, haal
ook geen enkel element weg of breng daar wijzi-
gingen in aan.
Dit zou ten gevolge kunnen hebben:
– etsel aan u of andere personen in de buurt
– schade aan de machine en ongeldigheid van
de garantie.
10. Tot behoud van het milieu dient u geen olie
of benzine in het riool, afvalkanalen of recht-
streeks op de grond te laten lopen. Een benzine-
station bij u in de buurt kan de olie en benzine
volkomen veilig verwerken.