5.2 Machinespecifi eke
voorschriften
- Deze machine is volgens de bepalingen
bestemd om te schuren. Lees alle veilig-
heidsinstructies, richtlijnen, afbeeldingen
en beschrijvingen die inbegrepen waren bij
de levering van deze machine. Worden de
volgende richtlijnen niet in acht genomen,
dan kan dit een elektrische schok, brand
en/of ernstig letsel tot gevolg hebben.
- Werkzaamheden zoals grofslijpen,
borstelen, polijsten of doorslijpen
mogen met deze machine niet worden
uitgevoerd. Werkzaamheden waarvoor
de machine niet is geconstrueerd kunnen
gevaren en persoonlijk letsel met zich
meebrengen.
- Gebruik geen accessoires die niet spe-
ciaal door Festool voor deze machine
ontwikkeld en bestemd zijn. Het feit dat
een accessoire op uw machine kan worden
aangebracht, houdt geen garantie in voor
ongevaarlijk gebruik.
- Het toelaatbare toerental van de ac-
cessoires dient minstens zo groot te
zijn als het maximale toerental dat op
de machine is aangegeven. Accessoires
die sneller draaien dan toegestaan, kunnen
stukspringen.
- De buitendiameter en de dikte van de
accessoires dienen overeen te komen
met het aangegeven bereik van de
machine. Accessoires met verkeerde af-
metingen kunnen niet voldoende beveiligd
of gecontroleerd worden.
- De boorgatdiameter van schijven,
fl enzen, rubberen schuurplateaus en
andere accessoires dient precies op de
spil van de machine te passen. Accessoi-
res met een niet-passende boorgatdiameter
draaien niet mooi rond, trillen overmatig en
kunnen tot controleverlies leiden.
- Gebruik geen schadelijke accessoires.
Controleer voor gebruik altijd acces-
soires zoals steunschijven op barsten
of scheuren en rubberen schuurpla-
teaus op scheuren en overmatige
slijtage. Wanneer de machine is ge-
vallen, controleer deze en de acces-
soires dan altijd op beschadigingen
of monteer een onbeschadigd acces-
soire. Zorg ervoor dat u en eventuele
andere aanwezige personen zich na
de controle en montage van het ac-
All manuals and user guides at all-guides.com
veiligheids-
51
cessoiredeel buiten het rotatiegebied
van het inzetgereedschap bevinden
en laat de machine een minuut lang
op een maximaal toerental draaien.
Beschadigde accessoires springen tijdens
deze proeftijd gewoonlijk kapot.
- Draag een persoonlijke veiligheids-
uitrusting. Gebruik, afhankelijk van
de toepassing, een veiligheidsscherm
of veiligheidsbril. Draag, indien daar
reden voor is, een stofmasker, oorbe-
schermers, veiligheidshandschoenen
en een werkschort, dat geschikt is
als bescherming tegen botsingen bij
kleine schuur- of werkstukdelen. De
veiligheidsbril moet vliegende brokstuk-
ken, als gevolg van uiteenlopende werk-
zaamheden, kunnen tegenhouden. Het
stofmasker of het ademhalingsapparaat
moet in staat zijn de deeltjes die door uw
werkzaamheden ontstaan te fi lteren. Duur-
zame, sterke geluidsbelasting kan leiden
tot slechthorendheid.
- Houd personen die zich in de buurt
bevinden op een veilige afstand van
het werkgebied. Iedereen die zich in
het werkgebied bevindt, moet een
persoonlijke veiligheidsuitrusting
dragen. Delen van het werkstuk of van
stukgesprongen accessoires kunnen weg-
vliegen en buiten de directe werkplaats
letsel veroorzaken.
- Houd het apparaat alleen aan de geïso-
leerde greepvlakken vast wanneer u
werkzaamheden uitvoert waarbij het
snijgereedschap verborgen stroomlei-
dingen of de kabel van het apparaat
zelf kan raken. Contact met een span-
ningvoerende leiding zet de metalen on-
derdelen van het apparaat onder spanning
en veroorzaakt een elektrische schok.
- Houd de stroomkabel ver van draaien-
de delen. Wanneer u de controle verliest,
kan de stroomkabel worden gespleten of
blijven hangen en kan uw hand of uw arm
in de draaiende delen worden getrokken.
- Zet de machine nooit weg zolang het
gereedschap niet volledig stilstaat.
Draaiend gereedschap kan in de steunvlak-
ken vast komen te zitten en de machine
uit controle brengen.
- Laat de machine niet lopen terwijl u
hem opzij draagt. Bij een toevallige aan-
raking kan het draaiende inzetgereedschap