NL
Slang aansluiten:
Steek het uiteinde van de slang (14) in de slangaansluiting (4) op de voorste
afdekking (3) en vergrendel het door het kort naar rechts te draaien.
Slang verwijderen:
Draai het uiteinde van de slang (14) in de slangaansluiting (4) op de voorste
afdekking (3) met een korte draai naar links en trek het omhoog.
Sluit verschillende monstukken aan voor verschillende
reinigingsdoeleinden
Vloermondstuk (16) (aanpassen aan het type vloer) voor tapijten of vloeren;
voegenmondstuk (17)
Ronde borstel (18) voor sofa's, wandoppervlakken, gordijnen, hoeken of ruimtes
tussen meubels enzovoort.
Parketmondstuk (19) voor parket, laminaat, tegels en andere gladde vloeren.
Apparaat inschakelen
1. Steek de stekker in het stopcontact dat overeenkomt met de op het etiket
aangegeven stroomsterkte.
2. Druk op de AAN/UIT-knop (12).
→ Het apparaat begint te werken.
Kabelopwikkeling
1. Neem de stekker vast en trek de kabel eruit.
2. Druk op de kabelopwikkeling (7) om het netsnoer (9) in te trekken.
VOORZICHTIG
Met de kabelopwikkeling. Werp de stekker niet tegen personen, lichaamsdelen, dieren
of voorwerpen tijdens het automatisch opwikkelen van het snoer.
Pagina | 40