Controlelampje vloeibare ontharder
brandt
Alleen HDS 558.../601.../698.../798...
Vloeibare ontharder is leeg, om techni-
–
sche redenen blijft altijd een rest in het
reservoir achter.
Bijvullen.
Elektroden in het reservoir vervuild
–
Elektroden reinigen.
Controlelampje reinigingsmiddel
brandt
Alleen HDS 558.../601.../698.../798...
Reinigingsmiddelreservoir is leeg.
–
Bijvullen.
Controlelampje uitlaatgastempera-
tuurregelaar brandt
Verwarmingsspiraal verkalkt/verroet
–
resp. uitlaatgastemperatuur te hoog
Apparaatschakelaar op „0" stellen.
Apparaat laten afkoelen.
Apparaatschakelaar op „I" stellen.
Apparaat draait niet
Geen netspanning
–
Spanningsaansluiting/toevoerleiding
controleren.
Apparaat bouwt geen druk meer op
Lucht in het systeem
–
Pomp ontluchten:
Reinigingsmiddel-doseerapparaat op
„0" stellen.
Bij geopende handspuitpistool het ap-
paraat met de apparaatschakelaar
meermaals in- en uitschakelen.
Bij geopend handspuitpistool de regel-
spoel (afbeelding 6) open- en dicht-
draaien (niet HDS 551 C Eco).
Instructie: Door het demonteren van de
hogedrukslang van de hogedrukaansluiting
wordt het ontluchten versneld.
Indien reinigingsmiddelreservoir leeg
is, navullen.
Aansluitingen en leidingen controleren.
Druk is ingesteld op „MIN"
–
Druk op „MAX" stellen.
Zeef in de wateraansluiting vervuild.
–
Zeef reinigen.
Watertoevoerhoeveelheid te laag
–
Watertoevoerhoeveelheid controleren
(zie Technische gegevens).
Apparaat lekt, water drupt onderaan
uit het apparaat
Pomp ondicht
–
Instructie: Toegelaten zijn 3 druppels/mi-
nuut.
Bij sterkere ondichtheid het apparaat
door de klantendienst laten controleren.
Apparaat schakelt constant in en uit
bij een gesloten handspuitpistool
Lek in het hogedruksysteem
–
Hogedruksysteem en aansluitingen op
dichtheid controleren.
Apparaat zuigt geen reinigingsmid-
Alleen HDS 558.../601.../698.../798...
Apparaat bij een geopend reinigings-
middel-doseerapparaat en een geslo-
ten watertoevoer laten draaien tot het
vlotterreservoir leeggezogen en de druk
tot „0" gedaald is.
Watertoevoer opnieuw openen.
Indien de pomp nog steeds geen reini-
gingsmiddel aanzuigt, kan dat de volgende
oorzaken hebben:
Filter in de reinigingsmiddel-zuigslang
–
verontreinigd
Filter reinigen.
Terugslagklep vastgekleefd
–
Afbeelding 11
Reinigingsmiddelslang verwijderen en
terugslagklep met een stomp voorwerp
lossen.
– 11
NL
del aan
93