Operatie
5
Operatie
5.1
Vacuüm werking / vrachtbehandeling
•
Inspecteer de vacuümunit en de accessoires vóór elk gebruik op tekenen van beschadiging.
•
Sluit de verlengkabel aan op het netsnoer van de vacuümgenerator met behulp van de bijgeleverde trekontlasting, die
aan de vacuümgenerator is bevestigd (rugzakzuignap). (Fig. 1/ Fig. 2)
•
Zet de vacuümgenerator (rugzakzuignap) op en stel het rugzakharnas af.
•
Bevestig de zuigslang aan de draagbeugel en draai de meegeleverde slangklem vast.
(zie fig. 3 / fig. 4).
•
Sluit de verlengkabel aan op een FI-contactdoos (met FI-veiligheidsschakelaar).
•
Om de vacuümgenerator in te schakelen, zet u de hoofdschakelaar in de stand "I" (Fig. 5 / Fig. 6).
•
Om de vacuümgenerator uit te schakelen, zet u de hoofdschakelaar in de stand "0" (Fig. 5 / Fig. 6).
Fig. 1
Fig. 2
52600018
Fig. 3
Fig. 4
12 / 16
Fig. 5
Fig. 6
NL