schokken te vermijden.
Plaats het toestel nooit op of naast een kookplaat
•
of een oven.
Dit toestel mag niet door kinderen gebruikt worden.
•
Bewaar het toestel en het snoer ervan buiten het
bereik van kinderen.
Dit toestel mag gebruikt worden door personen met
•
een fysieke, zintuiglijke en mentale beperking of
waarvan de ervaring of kennis onvoldoende is, op
voorwaarde dat ze begeleid worden of instructies
gekregen hebben inzake het veilige gebruik van het
toestel en dat ze de mogelijke gevaren begrijpen.
Kinderen mogen het toestel niet als speeltje
•
gebruiken.
Gebruik het toestel op een vlak, schoon en droog
•
oppervlak.
Gebruik het toestel niet met natte handen.
•
Laat het toestel nooit onbeheerd achter wanneer
•
het in werking is.
Schakel uw minihakker steeds uit en haal de
•
stekker uit het stopcontact wanneer u uw toestel
onbeheerd achterlaat, voor u de onderdelen
monteert/demonteert en voor u het reinigt.
Schakel uw minihakker steeds uit en haal de stekker
•
uit het stopcontact vooraleer de accessoires
te vervangen en in de buurt te komen van de
bewegende onderdelen.
Gebruik dit toestel niet:
•
23
V.1.0
Gebruiksvoorschriften