Trek de hoofdsteun omhoog en zet hem in de gewenste positie (afb. 3).
Juiste hoogte van de hoofdsteun (afb. 4).
2. Gebruik van kinderveiligheidsstoeltje voor kinderen met een gewicht
van 15-25 kg (groep II):
Plaats het kind in het stoeltje zodat de rug tegen de rugleuning van het
autostoeltje rust. Leid de veiligheidsgordel (onderste gedeelte) door
de gordelgeleiders onder de armleuningen en schuif deze in de gesp
aan de andere kant van het stoeltje. Zorg ervoor dat het slot duidelijk
vergrendelt. Trek de gordel aan. Leid de bovenste gordel onder de
armleuning door en vervolgens door de gordelgeleider op de hoofdsteun.
Het is belangrijk dat de gordel niet verdraaid op de schouder van uw
kind ligt. De veiligheidsgordels moeten worden aangetrokken (afb. 3).
Alle heupgordels moeten laag zijn, zodat de bekken van het kind stevig
wordt vastgehouden.
De gordel moet door de gordelgeleiders met rode markeerders gaan.
Vergeet niet om de hoofdsteun van de passagiersstoel te verwijderen,
als deze wordt gebruikt, kan het moeilijk zijn om het stoeltje correct te
installeren.
Plaats het stoeltje op de bijrijdersstoel en zorg ervoor dat deze stevig
aan de autostoel is bevestigd (afb. 6).
3. Montage en demontage van de rugleuning
Rugleuningbevestiging
Houd de onderkant van de rugleuning in uw hand. Plaats hem in een
"U"-vorm, verbind de rugleuning met het handvat aan de basis. Draai
vervolgens de rugleuning naar de verticale positie (afb. 7).
Demontage van de rugleuning
Schuif de rugleuning naar achteren en verwijder de rugleuning.
4. Gebruik van kinderveiligheidsstoeltje voor kinderen met een gewicht
van 22-36 kg (groep III):
Plaats het kind in het stoeltje zodat de rug tegen de rugleuning van het
‑ 47 ‑
NL