CONTRA-INDICATIES
Wanneer de IceMan® niet kan worden gebruikt
Gebruik dit apparaat NIET bij patiënten met het fenomeen van Raynaud
of andere vasospastische aandoeningen; ziekte van Buerger; allergie
of overgevoeligheid voor koude; cryoglobulinemie; paroxysmale
koude hemoglobinurie of andere koude-agglutinine-aandoeningen;
feochromocytoom; sikkelcelanemie of een geschiedenis van letsel
door koude.
BEPERKINGEN VOOR SPECIALE PATIËNTPOPULATIES
Beperk het gebruik van IceMan® bij de volgende patiënten
Beperk het gebruik van dit apparaat bij patiënten die niet reageren,
gehandicapt zijn of een veranderde mentale toestand of een verander-
de pijnperceptie hebben. Postoperatieve patiënten onder verdoving of
analgetica of anesthetica, alsmede patiënten die hypnotica, anxiolytica of
antidepressiva gebruiken, moeten regelmatig worden gecontroleerd tij-
dens het gebruik van dit apparaat. Het is mogelijk dat deze patiënten niet
in staat zijn om pijn, een branderig gevoel, gevoelloosheid, tintelingen of
verminderd gevoel op te merken en ze kunnen daarom risico lopen op
letsel. Stop de koudetherapie onmiddellijk bij de eerste tekenen van letsel
door koude.
85
NL