NL
4. Trek de onderste beschermkap (14) terug met
de hendel (12) en verwijder het zaagblad.
Het zaagblad monteren
1. Reinig het zaagblad en alle te monteren kle-
monderdelen.
2. Trek de onderste beschermkap (14) terug met
de hendel (12) en monteer het zaagblad. Let
erop dat de pijl op het zaagblad in dezelfde
richting moet wijzen als de pijl op de onderste
beschermkap (14).
3. Monteer de klemflens (16). Let erop dat de
vlakke zijden van de klemflens overeen moeten
komen met de vlakke zijden van de schacht van
het zaagblad. Controleer ook dat de bolle zijde
van de klemflens naar buiten is gemonteerd.
4. Druk de knop (19) voor de asvergrendeling in en
houd de knop ingedrukt.
5. Monteer de klembout (15) met de bijgeleverde
inbussleutel en de bout naar rechts vast.
De parallelle geleiding bevestigen (Afb. D)
1. Draai de klembout voor de parallelle geleiding
los (10).
2. Monteer de parallelle geleiding (22) op de
grondplaat (17).
3. Stel de gewenste zaagbreedte in met de schaal-
verdeling op de parallelle geleiding (22) en met
het zaagmerkteken op de grondplaat (17). Het
zaagmerkteken voor 45° (8) geeft de positie
aan van het zaagblad voor zaagsneden onder
een hoek van 45°. Het zaagmerkteken voor 0°
(9) geeft de positie aan van het zaagblad voor
zaagsneden onder een rechte hoek.
4. Zet de klembout (10) vast.
4. BEDIENING
De machine in/uitschakelen (Afb. A,B)
• U kunt de machine starten door op de knop (3)
voor vergrendeling de Uit-stand te drukken en
ingedrukt te houden en op de Aan/Uit-schake-
laar (2) te drukken.
• U kunt de machine uitschakelen door op de
Aan/Uit-schakelaar (2) te drukken.
De zaaghoek instellen (Afb. A, B)
Het 0 ° zaagmerkteken (9) geeft de positie van het
zaagblad aan voor rechte zaagsneden. Het 45 °
zaagmerkteken (8) geeft de positie van het zaag-
blad aan voor 45 ° zaagsneden.
24
1. Draai de klembout (7) los.
2. Stel de grondplaat (17) in op de gewenste posi-
tie (0 ° - 45 °). De zaaghoek (verstek) kan op de
schaalverdeling (6) worden afgelezen.
3. Draai de klembout (7) vast.
Instellen van de zaagdiepte (Afb. C)
1. Draai de hendel voor diepteafstelling (20) los.
2. Verplaats de grondplaat (17) naar de gewens-
te positie. De zaagdiepte is af te lezen op de
Schaalverdeling (21).
3. Draai de hendel voor diepteafstelling aan (20).
Optimaal gebruik
• Klem het werkstuk vast zodat u beide handen
vrij hebt om de cirkelzaag vast te houden en te
bedienen.
• Schakel de cirkelzaag in en plaats de zaagbo-
dem op het werkstuk.
• Beweeg langzaam naar de vooraf afgetekende
zaaglijn en druk de cirkelzaag langzaam vooruit.
• Druk de zaagbodem stevig tegen het werkstuk.
• Laat de cirkelzaag het werk doen! Druk daarom
niet te hard tegen de cirkelzaagmachine.
5. ONDERHOUD
Verbreek altijd eerst de aansluiting op de
stroomvoorziening en voer dan pas
onderhoudswerk aan de machine uit.
Reinig de machinebehuizing regelmatig met een
zachte doek, bij voorkeur iedere keer na gebruik.
Zorg dat de ventilatiesleuven vrij van stof en vuil
zijn. Gebruik bij hardnekkig vuil een zachte doek
bevochtigd met zeepwater. Gebruik geen oplosmid-
delen als benzine, alcohol, ammonia, etc. Dergelij-
ke stoffen beschadigen de kunststof onderdelen.
MILIEU
Defecte en/of afgedankte elektrische of
elektronische gereedschappen dienen ter
verwerking te worden aangeboden aan een
daarvoor verantwoordelijke instantie.
Uitsluitend voor EGlanden
Werp elektrisch gereedschap niet weg bij het
huisvuil. Conform de Europese Richtlijn 2012/19/
EG voor Afgedankte Elektrische en Elektronische
Apparatuur en de implementatie ervan in nationaal
WWW.VONROC.COM