NL
Wanneer de zaag wordt gevoed door 230 V eenfasige wisselstroom en 50 Hz. moet et stopcontact voor de zaag worden be-
schermd door een aardlekschakelaar met een bedrijfsstroom van 30 mA of minder.
Olie bijvullen (IV)
Let op! Trek de stekker van de zaag uit het stopcontact vóór alle installatie- en afstelwerkzaamheden. Trek de stekker van de
met elektriciteit aangedreven kettingzagen uit het stopcontact, bij kettingzagen die zijn aangedreven door een accu, de accu
loskoppelen.
Gebruik alleen olie voor de smering van de ketting en de mechanismen van uw zaag. Gebruikte motorolie mag niet worden ge-
bruikt voor smering. Ze vervult haar functie niet, wat kan leiden tot schade aan het zaagmechanisme.
Zorg ervoor dat er smeerolie in de container zit. Plaats de zaag op een horizontaal oppervlak, controleer de oliepeilindicator. Het
oliepeil mag niet lager zijn dan de aangegeven minimumhoeveelheid. Indien een dergelijke indicator ontbreekt, wordt de onderste
rand van de oliehoeveelheid-indicator als referentieniveau genomen.
Het is verboden de zaag te gebruiken zonder een gevulde olietank. Dit kan de ketting, de kettinggeleider en de mechanismen van
de zaag beschadigen. Het is aan te raden om de zaag minstens 3 meter van het bijvulpunt te starten en te bedienen. De olie moet
worden bijgevuld uit de buurt van brandhaarden en warmtebronnen.
Om de olie bij te vullen, draait u de tankplug los, giet u olie in het reservoir zodat het oliepeil gelijk is aan de maximale oliepei-
lindicator of de bovenste rand van de oliepeilindicator en draait u vervolgens de tankplug stevig en stevig vast. Als er olie wordt
gemorst, veeg dan de resterende olie af voordat u de kettingzaag op de stroomvoorziening aansluit.
De voorbereiding van de werkplek
Voordat men begint te zagen met de kettingzaag, moet de werkplek goed voorbereid zijn om het risico van gevaren verbonden
aan het gebruik van de kettingzaag te minimaliseren. Zorg ervoor dat alleen bevoegde personen op de werkplek aanwezig zijn.
Bij het kappen van bomen moeten gevarenzones en vluchtwegen worden aangewezen. Een zone met een straal van 180
O
rond
het geplande valvlak van de boom en een zone met een straal van 90
in de tegenovergestelde richting van het geplande valvlak
O
van de boom worden behandeld als gevarenzones. De overige zones vormen vluchtroutes (V). Men moet ook niet vergeten dat
een vallende boom ook andere bomen kan doen omvallen. Daarom mag de volgende werkplek niet dichterbij zijn dan 2,5 keer
de hoogte van te vellen boom (VI).
U moet een goed uitzicht hebben vanaf de werkplek, dus u moet bijzonder voorzichtig zijn bij het kappen van bomen in bijvoor-
beeld de bergen.
Begin niet te werken bij neerslag of in geval van een hoge luchtvochtigheid, bijvoorbeeld bij mist.
Draag beschermende kleding en persoonlijke beschermingsmiddelen.
Voordat met het kappen wordt begonnen, moet het hout onder veilige omstandigheden worden gekapt, bijvoorbeeld gebruik te
maken van een bok.
Vermijd het doorzagen van draden, jonge bomen en houten balken.
Ga niet op het gezaagde hout staan.
Aansluiting van de kettingzaag op de stroomvoorziening
Sluit de stekker van het netsnoer aan op het verlengsnoer en het verlengsnoer op een stopcontact.
De zaag starten
Zorg ervoor dat de terugstootrem in de achterste stand staat.
Verwijder de hoes van de kettinggeleider en de ketting.
Pak de voorste handgreep vast met uw linkerhand, pak de achterste handgreep vast met uw rechterhand.
Zorg ervoor dat de stang en de ketting niet in contact komen met een voorwerp of oppervlak.
Druk met uw duim op de vergrendelknop van de schakelaar op de handgreep.
Druk op de schakelaar en houd hem in deze positie ingedrukt. De vergrendelknop kan worden losgelaten.
Voordat u het zagen start, wacht u tot de motor op volle toeren draait en zorgt u ervoor dat de ketting soepel loopt op de ket-
tinggeleider. Als u verdachte geluiden hoort of trillingen voelt, schakelt u de zaag onmiddellijk uit door de schakelaar los te laten.
De kettingzaak wordt uitgeschakeld door de schakelaar los te laten.
Het is verboden de zaag uit te schakelen door de terugslagrem in te schakelen.
Trek de stekker uit het stopcontact en onderhoud de zaag wanneer de ketting stopt.
Werken met de kettingzaag
Personen die voor het eerst met een kettingzaag gaan werken, dienen voor aanvang van de werkzaamheden een gekwalifi ceerde
kettingzaagoperator te raadplegen voor werk- en veiligheidsadviezen. En het eerste werk met de zaag zou moeten bestaan in het
zagen van de voorbereide stammen die in een bok zijn geplaatst.
Tijdens het werk moeten elementaire veiligheidsregels in acht worden genomen. Er moet ook rekening worden gehouden met
de mogelijkheid van terugslag van de zaag naar de bediener. De zaag kan naar de gebruiker terug stuiteren als de zaagketting
weerstand ondervindt.
Om dit risico te minimaliseren is het noodzakelijk:
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
100