NL
Symbool Betekenis
Beschermen tegen regen en vocht!
3.6
Productoverzicht (01)
Het productoverzicht (01) geeft een overzicht van
de machine.
Nr.
Onderdeel
1
Accuhouder met accu-uitsparing
2
"Bike"-greep
3
Snelheidsschakelaar
4
Ontgrendelingsschakelaar
5
In-/uitschakelhendel
6
Oog voor draagharnas
7
Houder voor "Bike"-greep
8
Afschermkap
9
3-tands mesblad of draadspoel
"Fast and Easy"
10
Accu*
11
Acculader*
* Niet bij de levering inbegrepen.
3.7
Leveringsomvang (02)
Bij de leveringsomvang horen de hier vermelde
posities. Controleer of alle posities zijn inbegre-
pen:
Nr.
Onderdeel
1
Bosmaaier met steel en maaikop
2
Draagriem
3
"Bike"-greep
4
Draadspoel "Fast and Easy"
5
3-tands mesblad
6
Onderlegring
7
Afdekking
8
Vastzetmoer
9
Afschermkap
10
Gebruiksaanwijzing
40
Veiligheidsinstructies voor gazontrimmer, bosmaaier en bosmaaier met zaagblad
Nr.
Onderdeel
11
Combisleutel
12
Borgpen
13
Afdekking voor mesblad
3.8
Toegestane maaigereedschappen
Met deze bosmaaier mogen uitsluitend de hieron-
der genoemde originele maaigereedschappen
van de fabrikant worden gebruikt:
■
Draadspoel "Fast and Easy", artikelnr.
127668
■
3-Tands mesblad, artikelnr. 127681
GEVAAR! Levensgevaar door maaige-
reedschappen! Het gebruik van niet toegestane
maaigereedschappen (bijv. uit meerdere delen
bestaande, metalen maaigereedschappen met
zwenkkettingen en klepelmessen) en beschadig-
de maaigereedschappen (bijv. met barsten of af-
gebrokkelde randen) kan leiden tot zeer ernstig
letsel, tot de dood toe.
■
Gebruik altijd uitsluitend originele, door de fa-
brikant toegestane maaigereedschappen.
■
Beschadigde maaigereedschappen moeten
altijd direct worden vervangen.
Het gebruik van niet toegestane maaigereed-
schappen geldt als niet-beoogd gebruik (zie
Hoofdstuk 3.1 "Beoogd gebruik", pagina 38)!
4 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR
GAZONTRIMMER, BOSMAAIER EN
BOSMAAIER MET ZAAGBLAD
(a) Gebruik de machine niet bij slecht weer,
vooral niet bij onweer. Dat vermindert het ge-
vaar om door de bliksem geraakt te worden.
(b) Kijk het werkterrein grondig na op wilde
dieren. Wilde dieren kunnen door de draaiende
machine gewond raken.
(c) Controleer het werkterrein grondig en ver-
wijder alle stenen, stokken, kabels, botten en
andere vreemde voorwerpen. Uitgeslingerde
voorwerpen kunnen letsel veroorzaken.
(d) Controleer altijd of het snijgereedschap
dat het zaagblad en de snij- of zaageenheid
niet beschadigd zijn voordat u de machines
gebruikt. Beschadigde delen verhogen het ge-
vaar voor letsel.
(e) Controleer voor het gebruik de voedingka-
bel en eventuele verlengkabels op tekenen
van beschadiging of veroudering. Als de voe-
GT 4235.2