2
Druk op
om het telefoonmenu weer te geven.
3
Draai aan de M.C.-knop om [BT SETTING] te selecteren en druk vervolgens op de
knop om te bevestigen.
4
Draai aan de M.C.-knop om [ADD DEVICE] te selecteren, druk daarna op de knop
om te bevestigen.
Het toestel zoekt naar beschikbare apparaten en geeft ze vervolgens weer in de
apparaatlijst.
• Om het zoeken te annuleren, drukt u op de M.C.-knop.
• Als het gewenste apparaat niet in de lijst voorkomt, selecteert u [RE-SEARCH].
• Als er geen apparaat beschikbaar is, verschijnt [NOT FOUND] op het display.
5
Draai de M.C.-knop om een apparaat in de apparaatlijst te selecteren, druk
daarna op de knop om te bevestigen.
Hou de M.C.-knop ingedrukt om de weergegeven apparaatinformatie te schakelen
tussen het Bluetooth-apparaatadres en de apparaatnaam.
Als u een Bluetooth-verbinding maakt vanaf het toestel, gaat u verder met stap 7.
6
Selecteer [Pioneer BT Unit] op het display van het apparaat.
7
Controleer of hetzelfde getal van 6 cijfers op het toestel en op het apparaat
verschijnt, selecteer vervolgens "Yes" op het apparaat.
OPMERKINGEN
• [DEVICE FULL] verschijnt als het apparaat als aan tien andere apparaten is gekoppeld. Verwijder in dat
geval een van de gekoppelde apparaten. Zie [DEL DEVICE] in de Bluetooth-instellingen (pagina 13).
• Afhankelijk van het apparaat moet u een pincode invoeren in stap 7. Voer in dat geval [0000] in.
TIP
De Bluetooth-verbinding kan ook tot stand worden gebracht door het toestel te detecteren op het
Bluetooth-apparaat. Om dit te doen moet [VISIBLE] in de Bluetooth-instellingen ingesteld zijn op [ON].
Voor meer informatie over de bediening van een Bluetooth-apparaat, raadpleegt u de
bedieningsinstructies bij het Bluetooth-apparaat.
Bluetooth-instellingen
Menu-item
DEVICELIST
Beschrijving
Geef de lijst met gekoppelde Bluetooth-apparaten weer. "*"
verschijnt bij de apparaatnaam wanneer de Bluetooth-
verbinding tot stand is gebracht.
Als er geen apparaat geselecteerd is in de apparaatlijst, is deze
functie niet beschikbaar.
- 13 -
- 13 -