Nederlands
–
Gereedschap regelmatig ontharsen en rei
nigen (reinigingsmiddel met pH-waarde
tussen 4,5 en 8).
–
Stompe snijkanten kunnen bij het spaan
vlak tot een minimale snijdikte van 1 mm
worden nageslepen.
–
Transport van het gereedschap alleen in
een geschikte verpakking - verwondingsge
vaar!
2.4
Overige veiligheidsvoorschriften
–
Alleen zaagbladen gebruiken die aan de
gegevens uit het reglementaire gebruik
voldoen. Zaagbladen die niet op de monta
gedelen van de zaag passen, lopen excen
trisch, kunnen splinters uit het materiaal
slaan en deze naar buiten slingeren. Deze
splinters kunnen de ogen van de gebruiker
of van omstanders raken.
–
Alleen zaagbladen met een spaanhoek ≤
0° gebruiken. Een spaanhoek > 0° trekt de
zaag in het werkstuk. Er bestaat verwon
dingsgevaar door terugslaande zaag en ro
terend werkstuk.
Voor gebruik altijd de werking van de pen
–
delbeschermkap controleren. Het elek
trisch gereedschap alleen gebruiken indien
het volgens voorschrift functioneert.
–
Niet met uw handen in de spaanafvoer
grijpen. Draaiende onderdelen kunnen uw
handen verwonden.
–
Tijdens het werken kunnen schadelijke/
giftige stoffen ontstaan (bijv. bij loodhou
dende verf en enkele houtsoorten). Voor
de gebruiker van de machine of voor perso
nen die zich in de buurt van de machine be
vinden kan het aanraken of inademen van
deze stoffen gevaarlijk zijn. Neem de veilig
heidsvoorschriften in acht die in uw land
van toepassing zijn.
–
Draag ter bescherming van uw ge
zondheid een P2-stofmasker. Zorg in ge
sloten ruimtes voor voldoende ventilatie en
sluit een mobiele stofzuiger aan.
–
Vervang aangezaagde of beschadigde aan
slagen. Beschadigde aanslagen kunnen bij
het werken met de zaag worden weggeslin
gerd. Omstanders kunnen letsel oplopen.
–
Alleen originele Festool accessoires en
verbruiksmaterialen gebruiken. Alleen
door Festool geteste en goedgekeurde ac
cessoires zijn veilig en perfect op de ma
chine en het gebruik afgestemd.
86
–
Het elektrische gereedschap alleen in bin
nenruimtes en droge omgeving gebruiken.
–
Geen netvoeding of accupacks van andere
leveranciers voor het gebruik van het ac
cugereedschap toepassen. Geen oplaad
apparaten van andere leveranciers voor
het laden van de accupacks gebruiken. Het
gebruik van accessoires die niet door de fa
brikant worden voorgeschreven, kan tot
een elektrische schok en/of ernstig letsel
leiden.
–
Controleer of behuizingsdelen beschadigin
gen zoals scheurtjes of breuken vertonen.
Laat beschadigde onderdelen vóór het ge
bruik van het elektrische gereedschap re
pareren.
Niet rechtstreeks in het licht kijken.
De optische straling kan de ogen be
schadigen.
2.5
Restrisico's
Ook wanneer u zich aan alle relevante bouw
voorschriften houdt, kunnen zich bij gebruik van
de machine nog gevaarlijke situaties voordoen,
bijv. als gevolg van:
–
Aanraking van draaiende delen van de zij
kant: zaagblad, spanflens, flensschroef,
–
aanraking van spanningvoerende delen bij
geopende behuizing en niet-uitgetrokken
stekker,
–
het wegvliegen van werkstukdelen,
–
het wegvliegen van werkstukdelen bij be
schadigd gereedschap,
–
geluidsemissie,
–
stofemissie.
2.6
Aluminiumbewerking
Bij de bewerking van aluminium dient men zich
uit veiligheidsoverwegingen te houden aan de
volgende maatregelen:
–
Draag een veiligheidsbril!
–
Elektrisch gereedschap op een geschikt af
zuigapparaat met antistatische afzuigslang
aansluiten.
–
Elektrisch gereedschap regelmatig reini
gen van stofafzettingen in de motorbehui
zing.
–
Een aluminium-zaagblad gebruiken.
–
Bij het zagen van platen dienen de zaagbla
den met petroleum te worden ingesmeerd,
dunwandige profielen (tot 3 mm) kunnen
zonder smeren worden bewerkt.